Het toerisme op Curaçao groeit. Meer hotels, meer vluchten, meer bezoekers. Maar achter die groei schuilt een uitdaging: hoe houden we Curaçao aantrekkelijk, authen iek én leefbaar? Anuschka Cova- Martens, CEO van de Curaçao Hospitality and Tourism Association (CHATA), deelt in een openhartig gesprek haar visie op de toekomst.
Groei met een doel
Anuschka Cova-Martens is duidelijk vanaf het begin: groei om de groei heeft geen zin. “We moeten niet alleen kijken naar aantallen, maar vooral naar kwaliteit”, zegt ze met nadruk. Haar stem klinkt
vastberaden, maar er zit ook een glimlach in. “Het gaat om balans. We willen toeristen verwelkomen die ons eiland waarderen, die hier niet alleen komen voor zon en strand, maar ook voor onze cultuur, gastvrijheid en unieke charme.”
Dat betekent nadenken over wat Curaçao te bieden heeft. “De stranden kennen we allemaal, en natuurlijk zijn die populair. Maar wat gebeurt er als die te druk worden? Toeristen komen ook hierheen om massatoerisme te vermijden. Daarom moeten we durven innoveren.” Ze noemt het organiseren van culturele evenementen en natuuractiviteiten als voorbeelden.
“Er zijn zoveel mogelijkheden om toeristen andere kanten van ons eiland te laten zien. Denk aan kleinschalige festivals op het strand of avontuurlijke tours in de natuur.”
De mens achter het toerisme
Het gesprek schuift van cijfers naar mensen. Want volgens Cova Martens staat of valt alles met de kwaliteit van de service. “Toerisme draait om mensen. Onze cultuur van gastvrijheid is wat ons écht onderscheidt. Maar je moet daar wel in blijven investeren. Zijn onze mensen goed opgeleid? Zijn ze klaar voor de groei?”
CHATA zet daarom in op trainingen en educatie. Ze spreekt met passie over het belang van lokale werknemers en de samenwerking met internationale partners. “We hebben talent op het eiland, maar soms moeten we ook naar buiten kijken om te groeien. Dat is niet erg, zolang we ervoor zorgen dat kennis gedeeld wordt en onze mensen de kans krijgen om zich te ontwikkelen.”
Niet bouwen om te bouwen
Als het gesprek op de nieuwe hotels en bouwprojecten komt, is Cova-Martens realistisch. Ze begrijpt de zorgen van de lokale bevolking. “Ik hoor het vaak: ‘We bouwen te veel, we verliezen wat Curaçao zo mooi maakt.’ Dat is terecht. Authentiek blijven is ontzettend belangrijk.”
Ze legt uit dat Curaçao groot genoeg is om te groeien, maar dat groei wel slim moet gebeuren. “We moeten ons afvragen: wie zijn de toeristen die we willen aantrekken? Wat voegen ze toe aan onze economie, maar ook aan ons culturele landschap? Meer diversiteit in bezoekers betekent minder afhankelijkheid van één markt. Amerikanen bijvoorbeeld spenderen vaak veel in korte tijd. Dat is goed voor de lokale economie.”
Maar ze waarschuwt: “We moeten niet zomaar bouwen. Nieuwe projecten moeten passen bij het karakter van Curaçao. De architectuur van Punda en Otrobanda is uniek; dat moeten we beschermen. Toeristen waarderen dat juist. Ze komen hier omdat we anders zijn dan de rest.”
Een persoonlijke wens: samenwerken
Aan het eind van het gesprek wordt Cova-Martens even persoonlijk. “Mijn grootste wens voor het eiland? Meer samenwerking. We hebben zoveel organisaties die allemaal hetzelfde willen: een beter toerisme, een sterkere economie en een mooier Curaçao. Waarom werken we niet meer samen?”
Ze spreekt met passie over het belang van één duidelijke richting. “Als we samenwerken – overheid, ondernemers, inwoners – dan kunnen we toerisme op een duurzame manier laten groeien. Niet ten koste van het eiland, maar in harmonie ermee.”
De toekomst: kwaliteit boven kwantiteit
Cova-Martens ziet de toekomst van Curaçao met vertrouwen tegemoet maar ze blijft kritisch. “We hebben een prachtig eiland, maar het is aan ons om het zo te houden. Laten we groeien, maar laten we dat bewust doen. Kwaliteit boven kwantiteit. Dáár ligt onze kracht.”