Hoe zien Caribische kiezers de vertegenwoordigende rol van politici? En wat vinden ze belangrijk dat een politicus doet? Dat zijn vragen die Wouter Veenendaal, bijzonder hoogleraar Koninkrijksrelaties met de leerstoel democratische vertegenwoordiging, wil gaan onderzoeken voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De politiek in kleinschalige samenlevingen toont een persoonlijke benadering die je niet zo vaak in andere landen ziet, stelt hij. Zijn aanstelling heeft als doel om te onderzoeken hoe democratische vertegenwoordiging werkt op het niveau van de Caribische eilanden en op Koninkrijksniveau.
Persoonlijke verhoudingen, persoonlijke verschillen
“Op eilandniveau heb je het over de relatie tussen politici hier en kiezers. En ook alle organisaties die daarbij komen kijken, dus ook het maatschappelijk middenveld”, aldus Veenendaal. Zo wil hij onderzoeken of de non-soevereiniteit van Aruba en die van Curaçao en Sint-Maarten een verschil maakt voor hoe de relaties tussen kiezers en politici zijn op de eilanden. Uit eerdere onderzoeken blijken relaties tussen politici en kiezers in kleinschalige samenlevingen vaak heel nauw en persoonlijk.
“Dus ze kennen elkaar. Ik heb gezien op andere plekken dat politiek vooral draait om persoonlijke verschillen en persoonlijke verhoudingen. En minder om ideologische of inhoudelijke verschillen. Het maakt op een eiland echt uit voor mensen persoonlijk welke partij de verkiezingen wint, dat wordt namelijk gekoppeld aan de toegang tot bepaalde publieke middelen. Dan is er een neiging in de relatie tussen kiezer en politici een uitruil te hebben van gunsten in ruil voor politieke steun. Dat wordt cliëntelisme genoemd. Dus een kiezer stemt op een politicus, maar verwacht er wel voor bepaalde voordelen of gunsten te krijgen van die politicus”, legt hij uit.
Ook ziet hij in dit soort gevallen dat de politiek vaak heel erg gepolariseerd kan zijn. “Wat je niet verwacht op kleine eilanden, omdat je denkt, ‘nou als iedereen elkaar kent zal het wel vriendelijk eraan toegaan’. Maar in de praktijk blijkt dat vaak niet zo te zijn”, aldus de hoogleraar. Een laatste kenmerk dat hem opvalt, is dat de regering op kleine eilanden vaak heel machtig is ten opzichte van andere instanties. “Je ziet vaak een hele machtige regering en een veel zwakker parlement, zwakkere media, zwakkere maatschappelijk middenveld en soms ook een zwakkere rechtelijke macht.” De komende tijd wil hij daarom ook de paradox onderzoeken hoe het komt dat mensen op de eilanden zo negatief oordelen over politici maar dat zij wel steeds op diezelfde politici stemmen.
Invloed van burger belangrijk
Op dit moment houden kiezers zo’n systeem in stand, omdat ze altijd op dezelfde partijen blijven stemmen, maar ze zijn zich misschien niet bewust zijn van de invloed die ze eigenlijk kunnen hebben als burger in een democratisch systeem. “Ik denk dat versterking van het bestuur op de CAS-landen belangrijk is, en vanuit democratisch oogpunt is versterking van democratisch burgerschap ook heel belangrijk.”
Versterken democratisch burgerschap
In aanloop naar de vervroegde verkiezingen op Aruba op vrijdag 6 december zijn er diverse initiatieven ontstaan om de democratisch burgerschap te versterken. De stemwijzer van The Center for Life Long Learning van de Universiteit van Aruba. Compas Pa Vota, kwam voort uit de wens van om meer transparantie en verantwoording van politieke partijen te weergeven.
Ook Scol Dun’un Man, een school die zich richt op onderwijs voor kinderen met een verstandelijke beperking betrok de scholieren actief in het verkiezingsproces en nodigde ook politici en de hele bevolking uit op de scholieren te stemmen. “Zo willen we de echte wereld naar de klas brengen”, zegt een van de docenten.
Schoolverkiezingen op Scol Dun’un Man. Foto Melissa Stamper
Ook non-profit vereniging SC3, die opkomt voor de belangen van de gemeenschap van San Nicolas speelde een actieve rol in de voorlichting van de kiezer en de impact van hun stem.
Foto van inwoners met de t-shirt ‘My vote is not for sale’. Foto Facebook SC3
Als burger kan je dus op allerlei andere manieren invloed uitoefenen op de politiek en daar zijn mensen zich vaak niet van bewust, legt Veenendaal uit. “Je kan ook direct contact opnemen met de politicus, juist in een kleine eilandsamenleving is dat iets wat je makkelijk zou kunnen doen.
Democratische vertegenwoordiging binnen het koninkrijk
Als het gaat om de koninkrijksrelaties, ziet hij een duidelijke trend waarbij Aruba, Curaçao en Sint-Maarten eigenlijk minder autonoom worden. “Je zou kunnen zeggen dat de autonomie sluipenderwijs wordt uitgehold. Of in ieder geval een dreiging daartoe bestaat. Orkaan Irma en de coronapandemie zorgde ervoor dat Nederland bereid was om hulp te geven aan de eilanden, maar in ruil daarvoor bepaalde concessies vroeg. Het Coho werd verworpen, maar nu heb je de situatie dat via de landspakketten en de tijdelijke werkorganisaties Nederland alsnog een grotere rol is gaan spelen, al verloopt dat redelijk positief volgens de Raad van State. De vrees is er echter nog onder politici dat de autonomie verder uitgehold kan worden”, stelt hij.
“Als Nederland ingrijpt of wil ingrijpen, wordt er boos gereageerd en vaak lijkt dat een boodschap richting de eigen achterban. Kijk, wij strijden tegen het kwaadaardige Nederland. Daarmee kan je natuurlijk steun van je eigen kiezers krijgen. Dit gaat af en toe gepaard met harde taal richting Nederland en dan komt neokolonialisme aan bod”, legt hij uit.
Nog geen gelijkwaardigheid
“Op dit moment is er dus sprake van een gekke situatie waarin het statuut spreekt over vier gelijkwaardige landen maar in de praktijk er helemaal geen gelijkwaardigheid is”, stelt Veenendaal. Deels heeft het te maken met het schaalverschil tussen de landen maar het zit ook ingebakken in de structuur van het koninkrijk. Aansluitend aan zijn onderzoek gaat hij ook de verschillende oplossingen onderzoeken die door de Raad van State en diverse experts zijn voorgesteld. Van het wijzigen van het statuut, een actief kiesrecht voor Caribische inwoners tot de oprichting van een koninkrijksparlement waarin de Caribische landen aparte zetels zouden hebben.
“Er zijn zeker mogelijkheden op het eiland als in het koninkrijk om die democratische vertegenwoordiging beter in te vullen en te pakken”, aldus Veenendaal.