Sinds juni reist de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) de zes eilanden binnen het Koninkrijk af om in gesprek te gaan met lokale onderzoekers, kennisinstellingen en de Caribische gemeenschap over maatschappelijke vraagstukken.
Het programma Caribisch Onderzoek van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ontwikkelt namelijk een onderzoeksagenda die als leidraad moet dienen voor financieringsprogramma’s. Op basis van enquêtes onder inwoners en onderzoekers van de zes (ei)landen naar maatschappelijke vraagstukken is een agenda met zes onderzoeksthema’s opgesteld.
Tijdens de maatschappelijke bijeenkomsten op de eilanden wordt nagegaan of de inhoud door de gemeenschappen op de eilanden wordt herkend en om voorwaarden voor deze onderzoeksagenda te ontwikkelen. Arnold Lubbers, coordinator van het programma Caribisch onderzoek bezocht samen met Caribische onderzoekers Edrieënna Brandao, Danick Trouwloon, Elton Villarreal en Lysanne Charles de eilanden Aruba, Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Saba. Curaçao en Bonaire staan de komende twee weken op de planning
“Het is een moment waarop we de eerste verbinding kunnen leggen in een participatief proces. In het vormgeven van manieren om onderzoek in het Caribisch deel van het Koninkrijk daadwerkelijk door het Caribisch deel van het Koninkrijk zelf te laten uitvoeren over vraagstukken vanuit het Caribisch deel van het Koninkrijk”, legt de coördinator uit.
Het jaarlijkse budget voor onderzoek in het Caribisch deel bedraagt 2,5 miljoen euro. Uit dit budget worden onderzoeksprogramma’s gefinancierd en kunnen onderzoekers financiering aanvragen om het onderzoek uit te voeren. Het budget wordt ook gebruikt voor het organiseren van de jaarlijkse Dutch Caribbean Research Week.
Vraagstukken
“Elk eiland heeft een eigen karakter, maar ook de eigenheid van de vraagstukken is anders. Een heel concreet voorbeeld dat in de eerste week naar voren kwam waren de vragen rondom toerisme in Aruba. Dat zijn andere vragen dan vragen rondom toerisme in Sint-Eustatius. Tegelijkertijd betreft het toerisme vraagstukken”, zegt Lubbers.
Naast maatschappelijke bijeenkomsten worden ook individuele gesprekken gevoerd met kennisinstellingen en stakeholders zoals ziekenhuizen en het parlement. “Maar ook onze gesprekken door de dag heen, als we in de taxi zitten, spreken we de taxichauffeur ook aan over waar we mee bezig zijn. Want dat zijn de vraagstukken die je eigenlijk beantwoord wilt zien en tot nu toe sluit alles heel erg op elkaar aan”, stelt hij.
Randvoorwaarden
Ook worden gesprekken gevoerd met leden van de onderzoeksgemeenschap op de eilanden. Daar ligt de focus van de gesprekken op de voorwaarden voor onderzoek. Er zijn de afgelopen tien jaar 31 projecten gefinancierd. Maar de middelen zijn niet rechtstreeks bij de kennisinstellingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk terechtgekomen.
“Het is ook een feit dat de onderzoeksinstellingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk geen rechtstreekse financiering ontvangen voor het uitvoeren van onderzoek. Dat is dus een andere context dan in het Europees deel van het Koninkrijk. Als de lokale onderzoeksgemeenschap en de samenleving de voorwaarden stelt dat lokale onderzoekers in de lead zouden moeten zijn bij het uitvoeren van onderzoek van, over en met de lokale bevolkingen, dan moeten we daar in onze randvoorwaarden voor die financiering rekening mee houden.”
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Impact Hub Aruba
Community gesprekken
Tot nu toe is de opkomst van de maatschappelijke bijeenkomsten op Aruba, Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Saba positief. “Ik zou het enorm waarderen als veel mensen zouden deelnemen aan deze community conversations. Het eigenaarschap van het onderzoek over de ontwikkeling van de samenleving wordt daarmee in handen geplaatst van de samenleving hier, zoals het ook zou moeten zijn, vindt Lubbers.
In de eerste week op Aruba is er een goede opkomst en zijn de reacties positief, al zijn er twijfels wat de uitkomst zal zijn van de onderzoeksagenda voor de gemeenschap. “Ik weet niet wat uit de gesprekken voortkomt, ik hoop wel dat het mensen aanmoedigt om bij elkaar te komen en stappen te ondernemen voor een positieve verandering zodat het land vooruitgaat”, zegt Arthur Loefstok , voorzitter van stichting Go Cultura.
“Het feit dat we dit bespreekbaar konden maken is fijn. Zo’n sessie helpt ook onze gemeenschap van ondernemers inzien dat er mogelijkheden zijn om structurele problemen waar wij tegenaan lopen te onderzoeken, stelt Mary-Ann Falconi-Rasmijn, manager van Impact Hub Aruba. “Ik verwacht wel dat we geïnformeerd blijven over de vervolgstappen en niet dat de communicatie hierna verwatert”, zegt ze.
“We willen graag het proces na deze zes weken ook participatief blijven voortzetten”, beaamt Lubbers. Hij hoopt een agendatekst te hebben voor de Dutch Caribbean Research Week die in november plaatsvindt.