Op 17 mei wordt wereldwijd de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie (IDAHOT) gevierd. Deze dag markeert een moment om stil te staan bij de vooruitgang en uitdagingen in de strijd voor gelijke rechten van de LGBTIQ+ gemeenschap. Volgens Human Rights Caribbean (HRC) op Curaçao zijn er weliswaar stappen voorwaarts gezet, maar is er nog een lange weg te gaan.

Sinds 2019 hebben elf landen de gelijkheid van het huwelijk gelegaliseerd en sinds 2017 hebben dertien landen wetten afgeschaft die LGBTIQ+-seksualiteit strafbaar stellen.

Toch criminaliseren tientallen landen nog steeds consensuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht. In sommige landen riskeren seksueel diverse personen de doodstraf vanwege hun identiteit en seksualiteit.

Caribisch gebied
In het Caribisch gebied, niet ver van Curaçao, riskeren mensen van de LGBTIQ+ gemeenschap op Grenada, Guyana, Jamaica, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines nog steeds een celstraf van 10 jaar.

“De criminalisering van gedrag tussen mensen van hetzelfde geslacht is in strijd met internationale normen”, benadrukt Janice Tjon Sien Kie, voorzitter van HRC.

De strijd op Curaçao
Op Curaçao beschikt anno 2024 nog steeds niet iedereen over dezelfde mensenrechten. Het gevecht voor gelijkheid is een strijd die al langer dan 50 jaar plaatsvindt door verschillende groeperingen en organisaties.

“Curaçao heeft een rijke historie van ongelijkheid. Denk maar aan de slavernij, rassenongelijkheid en vrouwen die geen kiesrecht hadden 76 jaar geleden”, zegt Tjon Sien Kie.

Het huidige politieke klimaat maakt de situatie niet makkelijker. Er zijn stemmen die pleiten voor het verankeren van het huwelijk tussen mannen en vrouwen in de staatsregeling. Dit voorstel sluit een deel van de samenleving uit en gaat in tegen de strijd voor gelijke rechten.

Juridische strijd
HRC heeft samen met een lesbisch koppel een rechtszaak aangespannen tegen de overheid van Curaçao wegens discriminatie op basis van seksuele oriëntatie. “Het hof heeft beslist dat er sprake is van discriminatie en dat er geen rechtvaardiging is om het homohuwelijk niet in te voeren”, legt Tjon Sien Kie uit.

“Curaçao verzuimt al geruime tijd om haar wetgeving aan te passen, wat in strijd is met het discriminatieverbod van de Staatsregeling.”

LGBTIQ+ kinderen zijn bijzonder kwetsbaar. Zowel thuis als buitenshuis ondervinden zij vaak problemen vanwege hun gender en seksuele oriëntatie. Lokale instanties zien geregeld jongeren die thuis problemen hebben en vaak slachtoffer zijn van pesten op school, wat een risicofactor voor suïcide vormt.

Vooruitblik uitspraak cassatie
De regering van Curaçao is tegen de uitspraak van de lokale rechters in cassatie gegaan bij de Hoge Raad in Den Haag. De uitspraak van deze zaak vindt tentatief plaats op 12 juli aanstaande. “Wij hopen dat de Hoge Raad de uitspraak van de lagere rechtbanken zal bevestigen en daarmee een belangrijke stap zet richting gelijke rechten voor iedereen op Curaçao”, aldus Tjon Sien Kie.

Statement van Corendon
Het bedrijf Corendon heeft 17 mei een persbericht verstuurd, waarin het zich uitspreekt voor gelijke rechten op Curaçao. Het bedrijf, dat naar eigen zeggen sterk betrokken is bij de lokale economie en gemeenschap, benadrukt dat alle werknemers en hotelgasten gelijk behandeld moeten worden, ongeacht hun seksuele geaardheid of genderidentiteit.
CEO Atilay Uslu stelt dat discriminatie geen plaats heeft binnen Corendon en pleit voor wetgeving die gelijkheid en non-discriminatie ondersteunt. Met hun verklaring op de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie onderstrepen zij het belang van deze rechten voor Curaçao.