In de keiharde, commerciële wereld van grote uitgeversconglomeraten is er één kleine uitgeverij die zich speciaal richt op Nederlandstalige schrijvers uit het Caribisch gebied: In de Knipscheer. Maar niet lang meer: in 2026 valt het doek. Waar moeten al die Caribische auteurs dan naartoe?
Uitgever Franc Knipscheer maakt begin 2022 bekend dat ‘de uitgeverij op haar vijftigste verjaardag, 24 maart 2026’ zal stoppen. Nu, twee jaar later, staan de laatste manuscripten op de rol.
De Curaçaose schrijfster Elodie Heloise vreest het ergste na het wegvallen van haar uitgever. Voor de meeste auteurs van de eilanden zal geen interesse bestaan bij de grotere, meer commerciële boekenuitgevers, denkt Heloise. “Die halen alleen nog de krenten uit de pap. Ze nemen geen risico.”
Vanuit het hart
En dat is nu precies wat In de Knipscheer wel heeft gedaan, zegt Heloise. “Zelf zeggen ze ‘wij geven geen boeken uit maar auteurs’. Heel typerend, ze doen dit helemaal vanuit hun hart.”
Het is ‘de kleurrijkste uitgever van Nederland voor avontuurlijke lezers’, aldus de eigen website. Hier krijgen schrijvers uit de Caribische regio een kans en kunnen zich verder ontwikkelen.
Al sinds de jaren zeventig heeft de uitgeverij een speciaal fonds voor Nederlandse literatuur uit Indonesië, de Nederlandse Antillen en Suriname.
Overleden auteurs, zoals Boeli van Leeuwen, blijven in leven met heruitgaven of publicaties van nooit eerder verschenen werk. “Het zijn pioniers”, vindt Heloise. “Ze hebben vijftig jaar geknokt voor diversiteit en nu daar eindelijk ruimte voor is, stopt de uitgeverij.”
Weggekaapt
De ‘schrijvende Curaçaose tandarts’ Eric de Brabander debuteert in 2008 met zijn roman ‘Het hiernamaals van Doña Lisa’. “In de Knipscheer heeft heel veel auteurs uit het Caribisch gebied op de markt gezet. Daarvoor werd de Caribische literatuur volledig ondergesneeuwd door Nederlandse schrijvers”, weet De Brabander. “Het droevige is dat als een boek succes heeft, de grote jongens zo’n auteur direct wegkapen.”
De Brabander heeft inmiddels een hele reeks boeken op zijn naam staan. Vorig jaar verscheen ‘Urbina’. Hij is zijn uitgever van het eerste uur altijd trouw gebleven.
“Het gevaar is dat je bij zo’n grote uitgeverij flopt. Dan lig je eruit en wil niemand meer met jou aan de slag.” Wat hij zal missen is het warme contact. “Ze zijn mijn vrienden geworden.”
Wat nu?
Elodie Heloise hoopt dat op een of andere manier toch iets behouden kan blijven van het erfgoed van In de Knipscheer. Zij denkt aan een platform voor schrijvers uit de regio.
Of er een vervolg komt, is de vraag. Heloise ziet kansen. “Ze zijn al die jaren bezig geweest met mooie boeken maken, maar er is ook nog veel niet gedaan. Denk eens aan de mogelijkheden met luisterboeken en e-books.”
Libris Literatuur Prijs
|