Foto: Nationaal Archief

In oktober 1955 brengen koningin Juliana en prins Bernhard een bezoek aan Curaçao. De nu 76-jarige Romuldo Specht kan zich het bezoek nog goed herinneren. “Ik hoorde dat als 8-jarig jongetje, op de dag van de aankomst. Ik was gelijk niet te houden! Ik wilde de koets zien die was meegekomen met een marineschip.”

Het nieuws van de komst van de koningin gaat die dag als een lopend vuurtje over het eiland, vertelt hij. De kleine Romuldo besluit om op avontuur uit te gaan. Hij begint te rennen van zijn ouderlijk huis in Dominguito naar Nieuwe Haven. “Dat was voor een 8-jarige best ver. Maar ik begon te rennen en bleef rennen! Hélemaal alleen.”

Pas later zal hij zich realiseren hij hoe ver en hoe hard heeft gerend. “Ik was door Saliña gekomen, waar toen nog niet zoveel huizen stonden, via landhuis Chobolobo en voorbij Gomez Enterprises. Het was een mooie tocht.” Eenmaal daar, ziet hij dat ‘heel veel mensen’ ook zijn komen kijken.

“Ik vond het een geweldige belevenis! Voor het eerst van mijn leven zag ik een koets. Een mooie, glimmende gouden koets met witte paarden. Ik zag de koningin, ik zag prins Bernard. Iedereen zwaaide. Er werd gezongen en de mensen waren echt enthousiast.”

Na de aankomst gaat koningin Juliana met de koets naar Punda. Romuldo rent dan weer terug naar huis. “Ik was onder de indruk van de koets.”

“Eenmaal thuis aangekomen die zaterdag, vertelde ik tegen iedereen wat ik had gezien. Op maandag vertelde ik het tegen iedereen op school. Ik was trots. M’a broma, omdat ik iets had gezien dat de anderen niet hadden gezien. Het was een onvergetelijke ervaring.”

Hij kan zich nog herinneren dat het bezoek die dag tot een feeststemming op heel het eiland. De mensen waren uitgelaten. Wat die dag het meeste indruk heeft gemaakt op de kleine Romuldo? “De paarden!”

De Wekelijkse Update

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates uit de Caribische gemeenschap. Abonneer je net als anderen ook op de gratis nieuwsbrief.