Na jarenlang verzet van ondernemers, is op Curaçao het minimumloon met iets meer dan 1 gulden omhooggegaan. Het bedrijfsleven heeft er nu begrip voor, maar vreest voor negatieve gevolgen.
Verhoging van het minimumloon is een heet hangijzer in de Curaçaose politiek. Jarenlang verzette het bedrijfsleven zich tegen een verhoging. In de afgelopen jaren – mede door corona – vond er ook geen inflatiecorrectie plaats.
Het minimumloon op Curaçao is op 1 januari 2023 van 9,62 naar 10,70 gulden per uur. Een verhoging van 11,2 procent, op initiatief van minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW).
De discussie over het minimumloon is van groot belang voor Curaçao omdat zo’n 60 procent van de bevolking dat verdient, zegt de minister. Door de verdere inflatie dreigen mensen dus onder het sociaal minimum te moeten leven. “We kunnen dan ook niet anders dan het te verhogen.”
Bedrijfsleven wil meer steun vanuit de politiek
Sinds afgelopen december is de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) om. “We begrijpen en steunen de beslissing van de overheid om het minimumloon te verhogen met 1,08 gulden per uur”, legt VBC-voorzitter Daniel Hodge uit.
Veel mensen moeten rondkomen met weinig geld. Tegelijkertijd zal een groot deel van de verhoging zal ook weer terecht komen in de economie van het eiland, denkt hij.
Toch klinken de zorgen over deze verhoging door bij ondernemers. Vooral de kleine bedrijven hebben het nog steeds lastig door de corona-crisis, ziet Hodge.
Het bedrijfsleven wil daarom aanvullende maatregelen om te zorgen dat die bedrijven niet omvallen. Maar ook om te voorkomen dat ze de verhoging van het minimumloon voor hun personeel niet doorberekenen in de prijzen voor de consument. “Als dat gebeurt, schieten we namelijk niets op met de verhoging”, zegt Hodge.
De VBC pleit onder andere voor een energietoeslag voor bedrijven met veel personeel dat het minimumloon verdient. Ook moet er wat de ondernemersvereniging betreft de belastingen voor bedrijven omlaag.
Wat zeggen de prognoses?
In een officiële verklaring stelt de Centrale Bank het ‘een logische beleidskeuze’ te vinden dat het minimumloon verhoogd wordt. Onder meer vanwege de sterk oplopende inflatie ‘die vooral de lagere inkomensgroepen in de maatschappij’ raakt.
Uit een doorberekening blijkt wel dat de verhoging van 11,2 procent ‘een licht negatief effect hebben op de economische groei van Curaçao’.
Dat komt omdat de economie van het eiland ‘uit een diep dal’ komt. Ook is er sprake van een ‘inefficiënt functionerende arbeidsmarkt’ in combinatie met een ‘al jaren afnemende arbeidsproductiviteit’.
‘Niet alleen kijken naar negatieve gevolgen voor de economie’
Volgens minister Larmonie-Cecilia moet de discussie niet alleen maar gaan over het effect op de economie. De politiek moet juist meer uitgaan vanuit ‘de werknemer die elke dag gaat werken voor een minimumloon, waarmee de basiskosten niet kunnen worden betaald en waarmee een familie niet kan worden onderhouden’.
Toch adviseert de centrale bank dat de Curaçaose politiek maatregelen gaat nemen voor de economie. Curaçao moet ‘weerbaarder’ worden tegen economische schokken en de productiviteit op het eiland moet omhoog.
“Iemand die elke dag financiële zorgen heeft, zal moeite hebben heel erg productief te zijn”, zegt de minister. “Zonder die zorgen, zullen mensen vanzelf productiever zijn.”
De laatste keer dat het minimumloon een soortgelijke verhoging kende, was in 2017. Toen ging het van 8,20 naar 9 gulden. Daarna zijn er een paar kleine aanpassingen geweest, bijvoorbeeld van 9,175 naar 9,37 in 2018. Maar in de corona-jaren is het loon gelijk gebleven.
‘Minimumloon voor jongeren moet ook omhoog’
Nu zegt ze gedurende 2023 ook het minimumloon voor jongeren van 16 tot en met 21 jaar aan te willen passen. Volgens de minister het niet zo zijn dat iemand wel mag stemmen (vanaf 18 jaar), maar niet kan rekenen op een volwaardig inkomen.
Larmonie-Cecilia is momenteel ook leider van regeringspartij PNP. Voor 2017 had ze, toen als minister voor Pueblo Soberano, plannen om het minimum uurloon te verhogen naar tien gulden. Dat lukte haar toen niet.