WILLEMSTAD – “Geloof mij! We worden de grootste. We gaan voor elf zetels. Niemand kan ons tegenhouden.”
De toekomstige minister-president van Curaçao, Gilmar Pisas, was heel enthousiast en schreeuwde bijna toen hij de media afgelopen vrijdagmiddag te woord stond voordat hij op zijn stem ging uitbrengen in ‘zijn’ Bandabou.
Pisas zou om vier uur ‘s middags zijn stem uit brengen, hij kwam aan om vijf uur. De karavaan met aanhangers van de partij MFK deed lang over de tocht. Maar eenmaal aangekomen in Kolegio San Jose te Barber barstte Pisas bijna uit z’n vel van enthousiasme. Een paar uur later zag hij zijn gelijk terug in de verkiezingsuitslag.
31 jaar na Maria Liberia-Peters – minister-president van de voormalige Nederlandse Antillen – met PNP behaalde ook Pisas negen zetels in het Curaçaose parlement, dat er in totaal 21 heeft.
Grote aardverschuiving
De parlementsverkiezingen van vrijdag 19 maart hebben een grote verandering in de Curaçaose politiek gebracht. Niet alleen zag de coalitie van PAR en MAN het aantal zetels flink dalen (PAR van zes naar vier, MAN van vijf naar twee). Zittende partijen Kòrsou di Nos Tur (van Amparo dos Santos), Movementu Progresivo (van Marilyn Moses) en Pueblo Soberano (opgericht door de 2013 doodgeschoten Helmin Wiels) keren niet meer terug.
En van nieuwe ambitieuze partijen als Vishon, Un Kambio pa Kòrsou en Kumun haalde geen enkele partij voldoende stemmen voor een zetel. Pisas is daarmee onbetwist de winnaar van de verkiezingen.
Wie is Gilmar Pisas?
Pisas wint graag. Hij is prestatiegericht. “Mijn hele leven lang onderschatten mensen me. Maar keer op keer bereik in mijn doelen, keer op keer lever ik goede prestaties af. Ook nu weer. De MFK is de grootste partij.” De 49-jarige Pisas is van eenvoudige komaf, hij groeide op in Soto, één van de armste wijken van Curaçao in het landelijke Banda’bou en werd agent.
Jaren geleden herkende oud-minister Ersilia de Lannooy van de PNP potentie in de lange, tengere agent. Hij stond op de lijst voor de PNP. Mensen uit Banda’bou stemden op hem, maar geen enkele belofte van de partij over de ontwikkeling van Banda’bou werd volgens hem ooit waar gemaakt. Daarna kwam de MAN, zelfde verhaal. Op de lijst trok hij stemmen, maar volgens Pisas werd wederom geen enkele belofte waar gemaakt.
Opgepikt door Gerrit Schotte
Gerrit Schotte zag in 2010 wel iets in Pisas toen hij zijn partij MFK oprichtte en bood hem een plaats aan op de lijst. Uiteindelijk werd de ijverige, hard werkende Pisas tweede man van de partij. Na het vertrek van Schotte naar de gevangenis eind 2018, werd hij bijna automatisch leider van de partij.
Sommigen zagen hem als een tussenpaus. Maar Pisas hield vol, voerde vasthoudende oppositie en een goede campagne en scoorde daarmee het beste resultaat van een Curaçaose partij sinds 1990. Nu kan hij minister-president worden, dat was hij al even voor een korte periode in 2017 na de val van het kabinet-Koeiman. Maar dat duurde enkele weken. Nu ziet de uitgangspositie er voor hem veel gunstiger uit.
De coalitie heeft flink verloren en de PNP (vier zetels), lijkt te willen samenwerken met de MFK. Samen hebben de twee partijen een stevige 13 van de 21 zetels in het parlement.
Opnieuw onderhandelen over de omstreden COHO
Belangrijk punt op de agenda: het Caribische Orgaan voor Hervormingen en Ontwikkeling (COHO) waarvoor de regering-Rhuggenaath – in ruil voor financiële steun – afspraken met Nederland heeft gemaakt voor een grondige hervorming van Curaçao in de komende zes jaar.
‘We hebben te lang gehoord dat we het niet zelf kunnen’
– Gilmar Pisas
Pisas wil de COHO niet overnemen, maar wil opnieuw aan de onderhandelingstafel met Nederland. Ook daar wil hij laten zien dat hij iets kan bereiken voor Curaçao. “De bevolking heeft zo lang gehoord dat ze het niet zelf kunnen. Dat ze hulp nodig hebben. Ik wil het volk laten zien dat ons potentieel enorm is. En ik wil de leider zijn die het potentieel van het volk verder ontwikkeld.”