Foto: Parlement van Curaçao

WILLEMSTAD – Door een aanwijzing van de Rijksministerraad in Den Haag kan het Curaçaose parlement weer aan de slag nadat het dit jaar behoorlijk lam was gelegd. ‘Antidemocratisch’ noemt staatssecretaris (Koninkrijksrelaties) Raymond Knops de situatie op het eiland en waarom Nederland dus heeft ingegrepen.

Bestuurders Knops en Begina na afloop van de Rijksministerraad – foto BZK

Dat was overigens op verzoek van de Curaçaose regering zelf. Die besloot in de ministerraad afgelopen woensdag zo’n verzoek aan Nederland te doen omdat ze er niet meer uitkwamen. “We moeten ons schamen dat we het zover hebben laten komen”, zei de Curaçaose premier Eugene Rhuggenaath toen. En dat herhaalt de gevolmachtigd minister Anthony Begina na afloop van de Rijksministerraad vandaag in Den Haag.

“We schamen ons, ik sta hier echt met schaamte. Ik ging ervan uit dat wij een gewoon, normaal democratisch functionerend land zijn en dit soort ingrijpen niet nodig is.”

‘Kastanjes uit het vuur’
Maar één van de oppositiepartijen die de openbare vergaderingen in het Curaçaose parlement boycotten, zegt dat juist het handelen van deze regering tegen de Curaçaose democratie ingaat. “Dit heeft niets te maken met democratie, maar met een paar politieke partijen (coalitie, red.) die denken dat ze nu alles kunnen maken om anderen straks de kastanjes uit het vuur te laten halen”, zegt Menki Rojer, van oppositiepartij KDNT met 2 zetels.

Samen met MFK (5 zetels), MP (1 zetel) en twee onafhankelijke parlementsleden heeft KDNT ervoor gezorgd dat belangrijke vergaderingen niet konden doorgaan. Daarin moesten wetten behandeld worden die onder andere nodig zijn om de verplichtingen met Nederland na te komen in ruil voor de coronaleningen die Curaçao hard nodig heeft in deze crisis. Maar het zijn juist die afspraken waar de oppositie grote moeite mee blijft hebben.

“Met COHO (Caribische Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling) gaan een paar Nederlanders hier en in Den Haag straks de dienst uitmaken. Dus als het er straks allemaal doorheen is (wetten etc., red.) dan heeft onze regering noch parlement nog iets over Curaçao te zeggen. Helemaal niks”, blijft Rojer herhalen.

Geen wetten, geen steun
De Nederlandse staatssecretaris die samen met de gevolmachtigd minister van Curaçao op het Haagse Binnenhof vanmorgen een verklaring voor het ingrijpen geeft, vindt juist dat de democratie op het eiland nu ‘willens en wetens door een deel van het parlement buiten spel wordt gezet’. Een situatie die volgens hem – mede vanwege de verkiezingen nu in maart – tot in mei en zelfs erna had kunnen voortduren.

Daarbij is hij heel duidelijk over de coronasteun: “Op het moment dat die wetten daar niet behandeld kunnen worden, kan er ook geen liquiditeitssteun komen.”

Meerderheid in parlement
Met de aanwijzing kan het parlement nu verder en zich eerst weer compleet maken: een vergadering houden waarin parlementariër Emmilou Capriles van regeringspartij PAR ingezworen wordt en daarmee alle 21 zetels weer zijn ingevuld. Daarna hebben de coalitiepartijen weer de meerderheid in het parlement (11 zetels) en het minimale aantal om alle vergaderingen door te laten gaan. Volgens Statenvoorzitter Ana-Maria Pauletta is er namelijk haast; er moet naast wetsbehandelingen ook nog vergaderd worden over andere belangrijke zaken als het vaccinatieprogramma tegen corona.