WILLEMSTAD – Het Curaçaose parlement behandelt dinsdag 1 december de omstreden noodwet, die officieel landsverordening uitzonderingstoestand heet. Eerder werd de behandeling door aanhoudende protesten uitgesteld, ondertussen heeft de regering de wet deels gewijzigd.
In de tweede nota van wijziging staat dat grondrechten zoals vrijheid van drukpers, onschendbaarheid van de woning en briefgeheim, alleen via landsbesluit ingeperkt kunnen worden. Dit om te voorkomen dat een minister de noodwet gaat misbruiken voor andere doeleinden. Parlementsvoorzitter Anna Maria Paulette legt uit:
Anna Maria Paulette over de aanpassing
De zorgen en protesten in de Curaçaose gemeenschap omdat mensen bang zijn hun vrijheden kwijt te raken, is gegrond zeg politicoloog, professor Gilbert Cijntje. “Maar een wet die de uitzonderlijke toestanden voorschrijft wat er wel of niet mag gebeuren in een land, is noodzakelijk.”
Wat houdt de noodwet?
De nieuwe noodwetgeving omvat wetten en regels die van kracht worden tijdens noodsituaties, zoals tijdens een pandemie. Het gaat om noodwetten die kant-en-klaar zijn, om snel tijdens bijzondere situaties te gebruiken. Ook noodverordeningen, die op het laatste moment gemaakt worden (zoals een avondklok) valt onder de landsverordening.
“Een zelf respecterende land moet een wetgeving hebben die in uitzonderlijke toestanden gebruikt kan worden, zoals aangegeven in onze staatsregeling. Maar deze wet is te algemeen opgesteld”, bekritiseert Cijntje:
Gilbert Cijntje over de nieuwe noodwet
Er is veel ophef ontstaan over de nieuwe noodwet. Zo organiseert de protestgroep Rosea di Pueblo acties. Eerder hield de protestgroep twee manifestaties in de binnenstad. De aanpassingen van de wet, zijn volgens hen nog steeds niet voldoende om hun protesten te staken. Ze willen meer uitleg van de regering, zegt woordvoerder Yolanda Faneyt.
Yolanda Faneyt over waarom Rosea di Pueblo protesteert
Ondertussen is de overheid gestart met een informatiecampagne. Justitieminister Quincy Girigorie zegt dat door de pandemie, het volk niet voldoende is geïnformeerd en er daarom ophef is ontstaan.