WILLEMSTAD – Op de vraag of Curaçao momenteel te maken heeft met een humanitaire crisis vanwege de Venezolaanse migranten, antwoordt de Nederlandse parlementariër Jan Paternotte ‘ja’. De Curaçaose parlementariër Ana Maria Paulette voegt daaraan toe dat dat nog niet ervoor zorgt dat het land het beleid moet aanpassen.
Curaçao is ondanks de alarmerende geluiden niet van plan het beleid aan te passen (door Kim Hendriksen)
De parlementariërs uit Curaçao, Nederland en Aruba troffen elkaar deze week op Curaçao tijdens het Interparlementair Koninrijksoverleg (IPKO). Curaçao en Aruba worden overspoeld door Venezolaanse migranten die vanwege de economische situatie hun thuisland ontvluchten. Dit stond hoog op de agenda tijdens de IPKO.
Het Rode Kruis op Curaçao schat dat er zo’n 6000 tot 16.000 Venezolanen op het eiland verblijven en dat dit aantal eind 2020 zelfs kan oplopen tot 21.000. De kosten die hierbij komen kijken groeien Curaçao boven het hoofd, dat is de boodschap die Crisis- en Rampencoördinator Lesley Fer gaf tijdens zijn presentatie aan de parlementariërs.
Om een beter inzicht te krijgen over de impact van deze crisis, hebben de parlementariërs de gratis gezondheidskliniek voor migranten ‘Salu pa Tur’ en het Rode Kruis op Curaçao bezocht. Ook hebben ze een bezoek gebracht aan de vreemdelingenbarakken van de gevangenis Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK). De IPKO-delegaties zijn volgens de afsprakenlijst het er over eens dat inhumane opvang moet worden tegengegaan en willen hiervoor een taskforce oprichten.
Het IPKO is een platform waarbij de parlementariërs informatie uitwisselen over belangrijke Koninkrijk aangelegenheden. Dit jaar stond het effect van de Venezolaanse crisis op de Benedenwindse Eilanden centraal.
De aanpak van Venezolaanse migranten op Curaçao staat al enige tijd onder vuur, ook internationaal. Lees daar meer over: ‘Venezolaanse vluchtelingen op Curaçao slechter af dan in de regio’ |