HILVERSUM – Na orkaan Irma in 2017 verlieten honderden Sint-Maartenaren hun eiland om in Nederland een betere toekomst op te bouwen. Daar staan ze voor nieuwe uitdagingen zoals financiële problemen, vooroordelen en trauma’s.
“Hebben ze hier orkanen?” Dat was de eerste vraag die Johanna Rogers (38) aan haar broer stelde toen ze aankwam in Nederland. Twee weken eerder zat ze met haar hond op de bank toen orkaan Irma barsten sloeg in haar slaapkamermuur. Ze hoorde hoe ruiten van andere appartementen klapten en meubels naar buiten vlogen. “Ik weet niet hoe het einde van de wereld klinkt, maar dat geluid moet in de buurt komen.”
‘Ik was doodsbang en had een flashback naar Irma’
Anderhalf jaar later heeft Rogers nog steeds last van de orkaan. Begin vorig jaar gooide een Nederlandse storm bomen om, tilde dakpannen van huizen. “Ik was doodsbang”, zegt Rogers. “Ik had een flashback naar Irma.” Ze is blij dat ze in Nederland woont. Dankbaar dat de overheid haar helpt met een uitkering. Ze woont in Den Haag en heeft vrienden en familie in de buurt.
Maar obstakels zijn er ook: door reuma kan Rogers niet werken. “Ik wil niet ontslagen worden omdat ik thuis zit vanwege de pijn.” Voor 850 euro per maand woont ze in een studio van zo’n 20 vierkante meter, ze leeft van haar spaargeld. Rogers wil in Nederland een huis kopen, een baan vinden en de taal leren. “Ik schreef me begin 2018 via de gemeente in voor taallessen, maar er is een wachtrij.”
Soms klinkt de kritiek dat mensen die na orkaan Irma naar Nederland kwamen gelukszoekers zijn. Onzin, vindt Rogers: “Je had het eiland moeten zien na Irma”, zegt ze, “je kón daar niet blijven”. “Laten we niet vergeten dat Sint-Maarten niet alleen een Caribisch eiland is, het is ook Nederlands.” Er is volgens Rogers geen verschil tussen van Sint-Maarten naar Nederland gaan of van het zuiden van Nederland naar het noorden van Nederland.
Toename inschrijvingenDe drie grootste Nederlandse gemeenten – Amsterdam, Rotterdam en Den Haag – schreven tussen 6 september 2017 en 31 december 2018 samen 390 Sint-Maartenaren in. Een jaar voor de orkaan waren dat er zo’n 145. |
Ook Jahir Monsanto (21) verhuisde na Irma, naar Nederland. Hij vertelt over Sint-Maarten met een glimlach. Zijn leven aan het strand in Simpson Bay, zijn baan op de vismarkt.
De eerste drie maanden waren het moeilijkst. “Ik kon mijn familie niet helpen. Daarnaast stalen mensen spullen uit mijn huis op Sint-Maarten en was ons dak eraf.” Daar kwam bij dat zijn Nederlands niet goed genoeg was om een studie te volgen. Hij werd postbezorger en werkt nu bij New York Pizza.
‘Mijn moeder zei dat Irma een excuus was om bij haar te komen wonen en vond me een profiteur’
Monsanto heeft op veel plekken gewoond, steeds een nieuwe baan. Eerst bij zijn moeder in Haarlem. “Die zei dat Irma een excuus was om bij haar te komen wonen en vond me een profiteur.” Hij trok in bij zijn zus in Gouda tot hij genoeg geld had voor een eigen ruimte.
Zijn grootste obstakel is financieel onafhankelijk zijn. Hij kan niet rondkomen, vrienden en familie moeten hem helpen. Wat Monsanto ook opvalt: “Iedereen beoordeelt elkaar.” Het lijkt hier normaal dat mensen achter je rug om over je praten, zegt hij, bijvoorbeeld omdat je rare schoenen draagt. Hij denkt dat veel Nederlanders zijn paspoort niet als een volwaardig Nederlands paspoort zien. “Mijn oud-collega’s geloofden dat mensen van Sint Maarten gangsters en drugsdealers zijn.”
De toekomst maakt Monsanto blij. In Delft gaat hij vanaf augustus Sport en Recreatie studeren. “Ik probeer opener te zijn richting de mensen met wie ik voetbal hier, zodat ik hier een nieuwe familie kan opbouwen.”