Opinie: Nederland speelt hoog spel in Venezolaanse crisis
Naeem Juliana (29) vertrok op zijn zeventiende van Sint-Maarten naar Nederland om daar te gaan studeren. Inmiddels is hij arts en psychiater in opleiding. Op Caribisch Netwerk lees je zijn ervaringen als young professional in Nederland.

Als je op Google Maps uitzoomt vanaf Aruba, komt Venezuela eerder in beeld dan Curaçao. Zo dicht ligt het Nederlands Koninkrijk bij het land dat in een duizelingwekkende geopolitieke escalatie terecht is gekomen.

Met bezorgdheid nam ik daarom kennis van het door minister Blok geuite dreigement aan president Maduro. Als hij niet binnen acht dagen (inmiddels zijn daar vijf van over) verkiezingen uitschrijft, zal ons land zijn tegenstrever Juan Guaidó erkennen als interim-president. Ongelooflijk hoog spel, zeker in het licht van de recente geschiedenis van Venezuela.

Laat op de avond van 11 april 2002 gaat in het presidentiële paleis in Caracas de telefoon. President Hugo Chávez neemt op en hoort de stem van zijn mentor, Fidel Castro: ‘Chávez, offer jezelf niet op, wees geen martelaar zoals Allende! Je moet overleven.’ Als Chávez de hoorn heeft neergelegd, beseft hij dat hij weinig opties heeft. Oppositiepartijen en het Venezolaanse leger zijn tegen hem verenigd en ze hebben gedreigd met een bombardement van het presidentiële paleis als hij niet aftreedt.

‘Venezuela is onder Chávez een verlengstuk van het ego van haar president geworden’

Hij geeft zich over en laat het paleis aan de door de coupplegers geïnstalleerde interim president Pedro Carmona. Die houdt het welgeteld één dag vol, waarna Chávez een triomfantelijke terugkeer maakt als president. Hij zal nog elf jaar lang aan de macht blijven, tot zijn dood in 2013.

In zijn boek Comandante – Hugo Chávez’s Venezuela , duidt The Guardian-journalist Rory Carrol de opkomst en beginnende ondergang van de Venezolaanse socialistische revolutie. Nu die ondergang met de gebeurtenissen van afgelopen week mogelijk in een stroomversnelling is geraakt, zijn de bespiegelingen van Carrol opnieuw relevant. Tijdens het lezen van Comandante wordt namelijk duidelijk hoe Venezuela onder Chávez een verlengstuk van het ego van haar president is geworden. Hiermee zijn de condities gecreëerd voor de chaos onder zijn opvolger Nicolás Maduro.

Nicolás Maduro begint zijn carrière als buschauffeur in Caracas. Hij weet in het bezit te komen van een doktersverklaring die hem recht geeft op doorbetaling zonder dat hij nog tijd achter het stuur hoeft te verspillen. Hij stopt al zijn energie in een vakbond carrière, wordt later verkozen tot het nationale assemblee en is vanaf 2005 voorzitter van dat orgaan.

Als hij in 2006 als minister van buitenlandse zaken toetreedt tot het kabinet van Chávez, is de president bezig zijn macht steeds verder te consolideren. Met verschillende voorbeelden laat de journalist Carrol zien hoe met alle vormen van verzet, ook binnen de inner circle van de president, wordt afgerekend. Dat Maduro overleeft en zelfs promotie kan maken tot vicepresident is in de eerste plaats te wijten aan zijn extreme plooibaarheid.

’Ik hoop dat Blok beseft dat wij Amerika niet zijn’

Dit maakt dat president Maduro bij zijn aantreden in 2013 maar voor één ding geschikt is: voortzetten van het beleid van zijn overleden baas. Het probleem is alleen, dat de economie vanwege dat beleid op een ravijn af koerst. Het land is voor 96% van haar inkomsten uit export afhankelijk van olie. Door mismanagement loopt de productie van het nationale oliebedrijf PDVSA echter sterk terug, waardoor de overheid allerhande subsidies aan de bevolking niet meer kan betalen.

Sterke prijscontroles op voedsel maken lokale productie onrendabel en decimeren deze uiteindelijk. En in haar eerste taak, het beschermen van de burger, faalt de staat ook opzichtig: tijdens het bewind van Chávez verviervoudigt het moordcijfer.

Ook bij Nicolas Maduro gaat de telefoon. Aan de andere kant van de lijn hoort hij achtereenvolgens Díaz-Canel, Erdogan, Xi Jinping en Putin. Laatstgenoemde, zo bericht NRC op 27 januari, stuurt Russische huurlingen naar Venezuela om de president te beschermen. Weer een parallel met 2002, toen Fidel leden van zijn veiligheidsdienst naar Caracas stuurde om Chávez in het zadel te houden. De New York Times en de persvoorlichter van George W. Bush bleken toen te vroeg te hebben gejuicht, wat bijdroeg aan een militantere houding van de geherinstalleerde Chávez.

Nu Nederland bij monde van minister Blok in de huidige crisis partij gekozen heeft tegen Maduro, nemen wij net zo’n risico als de Amerikanen in 2002. Ik hoop wel dat Blok beseft dat wij Amerika niet zijn, en dus de betrekkingen met een buurland niet straffeloos te grabbel kunnen gooien.