UTRECHT – Het aantal herdenkingen van de slachtoffers en de afschaffing van de slavernij in Nederland neemt toe. Ook Utrecht, Almere, Tilburg en Den Haag houden op 1 juli een officiële herdenking.
De gemeenten hebben speciaal hier geld voor vrijgemaakt. Tijdens de herdenking zullen bewindslieden een krans leggen en een toespraak houden. Traditioneel vindt er ook in Amsterdam, Rotterdam en Middelburg een slavernijherdenking plaats.
In het land zijn er op rond 1 juli ook verschillende burgerinitiatieven, bijvoorbeeld in Gouda, maar die worden niet vanuit de gemeente gefinancierd. In de gemeente Apeldoorn pleit de lokale SP en Partij voor de Dieren een officiële herdenking.
Leroy Lucas (Keti Koti Utrecht Comité) over herdenking
Door Natasja Gibbs
In Amsterdam organiseert NiNsee sinds 2002 ieder jaar op 1 juli met subsidie van de gemeente een nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Antillen. Volgens de organisatie is er ‘een nieuw tijdperk aangebroken’: gemeenten zouden steeds meer het belang inzien van het stilstaan bij dit deel van de Nederlandse geschiedenis.
“Nu nog de Nederlandse overheid”, aldus NiNsee-directeur Urwyn Vyent. “Uiteindelijk willen we een landelijke herdenking en viering, zoals 4 en 5 mei.”
‘1 juli moet net zo vanzelfsprekend worden als 4 en 5 mei’
“De slavernijherdenking is niet vanzelfsprekend zoals 4 en 5 mei”, stelt NiNsee. “We moeten ieder jaar opnieuw subsidie hiervoor aanvragen bij de gemeente. Dat geeft onzekerheid, want een aanvraag kan ook geweigerd worden.”
“We willen toe werken naar landelijke erkenning van de slavernijherdenking, waarmee 1 juli net zo vanzelfsprekend wordt en waarmee we Nederlanders kunnen verbinden.”
Waarom op 1 juli?Na ruim 240 jaar slavernij schaft Nederland officieel de slavernij af op 1 juli 1863. Nederland was daarmee één van de laatste Europese landen: Engeland en Frankrijk schaften de slavernij in 1833 en 1848 af. De sporen van de slavernijgeschiedenis van Nederland zijn tot op de dag van vandaag te zien in bijvoorbeeld de gevels aan de grachtenpanden in Amsterdam en Utrecht en de Gouden Koets waar de koning soms in rondrijdt. Ook in de cultuur van Surinamers en Antillianen zien historici nog veel sporen uit het slavernijverleden: in de taal, dans, muziek, gewoonten, opvattingen, verhalen, kostuums, hoofddoeken en gerechten zijn de sporen allemaal nog te merken. 1 juli is de dag waarop de slachtoffers van de slavernij worden herdacht en de vrijheid wordt gevierd. In Amsterdam wordt dat sinds 2002 jaarlijks gedaan in het Oosterpark bij het Nationaal Monument Slavernijverleden. |