KRALENDIJK – Het bestuurscollege van Bonaire heeft de noodscenario’s voor de levering van elektriciteit weer uit de kast getrokken nu er beslag is gelegd op de olie en installaties bij Bopec.
Het Amerikaanse oliebedrijf ConocoPhillips wil op die manier een deel innen van een toegekende schadeloosstelling van ruim 2 miljard dollar tegen de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA.
Bopec, eigendom van PdVSA, is de enige leverancier van olie voor de elektriciteitscentrale van ContourGlobal. Het heeft een capaciteit van 10 miljoen vaten olie. De al door de producent betaalde voorraad kan gewoon gebruikt worden en is goed voor twee weken productie, zegt het bedrijf. Wat er daarna gebeurt, is niet duidelijk. Volgens het bestuur van Bonaire is er deze week overleg met ConocoPhillips en PdVSA/Bopec.
‘Duurzame oplossing’
ConocoPhillips legt de verantwoordelijkheid voor de gevolgen die de blokkade kan hebben voor de bevolking van Bonaire in eerste instantie bij PdVSA, dat in 2007 illegaal bezittingen heeft onteigend. Maar het bedrijf voegt eraan toe dat het samen met de lokale autoriteiten wil werken aan een oplossing voor eventuele problemen die op het eiland ontstaan.
Noodscenario’s voor een alternatieve manier om ContourGlobal van brandstof te voorzien, werden al begin 2018 opgesteld. Toen dreigde Bopec te worden wegens achterstallig onderhoud. Bonaire overlegt de komende dagen ook met de betrokken ministeries in Den Haag over ‘een duurzame oplossing’.
Beslag ook op Sint-Eustatius en CuraçaoEr is ook beslag gelegd bij NuStar op Sint-Eustatius, dat een capaciteit heeft van 4 miljoen vaten. En ook op de Isla raffinaderij op Curaçao willen de Amerikanen beslag leggen. Bopec en NuStar waren volgens ingewijden in 2017 samen goed voor ongeveer 10 procent van de Venezolaanse export, de Isla bracht 14 procent binnen. Persbureau Reuters meldt dat PdVSA tankers die onderweg waren in het Caribisch gebied opdracht heeft gegeven terug te keren naar Venezuela. Op de ladingen van olietankers is de afgelopen jaren al vaker beslag gelegd door schuldeisers van het staatsoliebedrijf. |
De International Chamber of Commerce (ICC) kende op 25 april ConocoPhillips 2,04 miljard dollar toe in een langslepende arbitragezaak over de nationalisering van eigendommen door Venezuela in 2007. Het toenmalige bewind van president Hugo Chavez nationaliseerde destijds de bezittingen van veel buitenlandse oliebedrijven. Naast Conoco heeft ook ExxonMobil arbitragezaken lopen.
ConocoPhillips had in de arbitrage bij de ICC 22 miljard dollar geëist, maar kreeg maar 2 miljard toegekend. Omdat Venezuela en PdVSA armlastig zijn en niet betalen, wordt beslag gelegd op bezittingen buiten Venezuela. De olie en de terminals zouden dan mogelijk zelfs verkocht kunnen worden door ConocoPhillips.