AMERSFOORT – Studenten uit de Cariben kloppen over het algemeen niet aan voor psychologische hulp, terwijl ze dat vaak wel nodig hebben. Dat concludeert Jean-Marie Molina, pedagoog en docent studiesucces aan de Hogeschool van Rotterdam.
Dagelijks begeleidt Molina studenten in Nederland met studievertraging bij het afronden van hun studie. Daar zitten ook Caribische studenten tussen, maar die zien psychologische hulp volgens Molina vaak niet zitten.
‘Dan zit je daar op je kleine kamer in de kou zonder vrienden en familie’
Thaisja Suart (25) weet daar alles van. Toen ze in 2013 van Curaçao naar Nederland verhuisde voor haar studie, kreeg ze last van een burn-out en viel ze in een diepe depressie.
Door Natasja Gibbs
Thaisja’s verhaal is volgens Molina geen uitzondering. “Vaak zie ik een hoge aanwezigheid van depressie bij studenten van de Cariben, die meestal gelinkt is aan heimwee”, vertelt de pedagoog.
“Onze Caribische kinderen worden opgevoed in een sociale omgeving en dan komen ze naar Nederland waar ze vrijwel niemand hebben. Dan zit je daar op je kleine kamer in de kou zonder vrienden en familie. Veel studenten vallen dan in een dip. Vooral als je al gevoelig was voor depressie werkt zo’n situatie als katalysator.”
‘Psychische aandoeningen worden vaak uitgelachen en weggezet als aanstellerij’
Met of zonder sociaal vangnet: Caribische studenten geven überhaupt niet zo snel toe dat ze last hebben van psychische klachten. “Wij Caribische mensen komen uit zeer religieuze achtergronden”, legt Molina uit, zelf heeft zij roots heeft op Sint-Eustatius. “Verklaringen die voor psychische aandoeningen worden gegeven zijn bij ons ‘het boze oog’, ‘zondes van voorvaderen’ of je bent bezeten.”
Maar niet alleen religie is volgens Molina ‘de boosdoener’: “Het is vooral de manier waarop ouders, vrienden en familieleden reageren op depressieve klachten. Psychische aandoeningen worden vaak uitgelachen en weggezet als aanstellerij of luiheid. Ik hoor ook wel regelmatig: je komt naar Nederland en je gaat meteen de ziektes overnemen van de witte mensen met hun psychiaters.”
‘Caribische studenten moeten ook minder hard naar elkaar toe zijn’
Molina steunt het initiatief van Thaisja om Nederlandse docenten te vertellen wat haar heeft geholpen tijdens haar depressie. Maar Molina ziet een grotere taak weggelegd binnen de Caribische gemeenschap zelf. “Caribische ouders, docenten en vooral studenten onderling moeten meer open staan voor elkaars kwetsbaarheid en het bespreekbaar maken.”
Maar ook Caribische studenten zelf moeten volgens Molina ‘minder hard naar elkaar toe zijn’ en meer initiatief nemen om buiten ‘hun eigen mensen’ vriendschappen te sluiten. “Ook merk ik dat weinig Caribische studenten uit zichzelf gebruik maken van de voorzieningen op school en naar decanen of schoolpsychologen toestappen. Dat is zonde want uiteindelijk hebben zij deze hulp ver weg van huis misschien wel het hardst nodig.”