KRALENDIJK – Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer denkt dat zij veel kan doen voor kinderen op Bonaire, ook al is haar bureau niet op het eiland gevestigd. Een eerder voorgenomen informatiepunt op Bonaire zal waarschijnlijk op een andere manier vorm krijgen. Dat is een conclusie die Kalverboer trekt na een bezoek vorige week.
“Kinderen op Bonaire vinden het geen probleem, zelfs wel een voordeel dat we niet hier in de samenleving zitten, zodat informatie niet terecht komt bij mensen die ze kennen”, zegt Kalverboer. Ze vinden het prima als het contact verloopt via WhatsApp, Facebook of de mail, als ze maar een persoonlijk antwoord krijgen.
Margrite Kalverboerin gesprek met Gijs van den Heuvel
Kalverboer, die sinds 2016 in functie is en geen apart budget heeft voor Caribisch Nederland, wil toch twee keer per jaar naar de eilanden komen voor spreekuren en gesprekken met kinderen en instanties. Want persoonlijk kennismaken geeft ook een andere kijk op de eilanden: “vanuit Europees Nederland wordt veel nadruk op ‘het grote verhaal’ gelegd”, zegt Kalverboer, “waarbij zaken als armoede en huiselijk geweld worden uitgelicht. Als je met mensen in gesprek gaat kom je meer uit op de nuance.”
Jeugdstrafrecht
Een van de onderwerpen die de Kinderombudsvrouw aankaart is het ontbreken van jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland: “Daar hebben we het over gehad toen we bij de gevangenis waren. Jeugdstrafrecht moet er komen, maar als je het niet hebt moet je zoeken naar alternatieven.”
Ook de armoede is een belangrijk punt, al bemoeit de Kinderombudsvrouw zich niet direct met de politiek. “We hebben het kinderrechtenverdrag en kinderen hebben recht op een toereikende levensstandaard. Het is heel complex, dat kun je niet alleen vanuit Nederland oplossen. De uitkeringen moeten omhoog, maar die zijn weer gekoppeld aan de lonen en dat zit tussen werkgevers en werknemers hier. Daar zullen de partijen onderling uit moeten komen. Maar ik zal aangeven dat de levensstandaard hier omhoog moet en dat veel problemen van kinderen hier samenhangen met bijvoorbeeld te weinig eten en dat ouders soms opvoedingsmoe zijn na het werk en dat kinderen zich maar even moeten redden.”
Bekendheid
De verdediger van kinderrechten moet wel meer bekendheid krijgen: “We beginnen nog maar net hier. Aan het begin van de week dachten we nog: we moeten dichtbij zijn en een vooruitgeschoven post hebben, fysiek aanwezig zijn. Dat is niet wat we van kinderen en professionals terug horen. We hadden allemaal folders, maar dat hoeft niet, want er wordt hier weinig gelezen.” Wat wel werkt zijn visuele presentaties, zoals filmpjes en een goede website in meerdere talen.
Kalverboer denkt dat ze in een goede positie is om invloed te kunnen uitoefenen. Soms gebeurt dat in individuele zaken, maar ook bijvoorbeeld opvang voor kinderen of vervoer. “Hier kennen ze ons misschien nog niet, maar in Europees Nederland wordt het wel opgepikt als we iets zeggen. Dus meld ons wat er speelt, hoe beter we geïnformeerd zijn hoe meer invloed we kunnen uitoefenen.”