PHILIPSBURG – “Ik geef kleding en voedsel aan de oude man die hier woont”, zegt buurtagent Arcella Leonard, terwijl ze wijst naar een verwoest huis. In de ruïne is een klein kamertje te zien, niet meer dan 6 bij 2 meter, gemaakt van triplex, zinkplaten en een laken.
Leonard is één van acht wijkagenten van het Sint-Maartense politiekorps. Haar wijken zijn Dutch Quarter en Belvedere. In beide wijken staan wat middenklasse woningen, maar er zijn voornamelijk lage inkomenswoningen en krottenbuurten te vinden. “De buurten die de meeste problemen hebben met het puinruimen en de wederopbouw zijn de lage inkomenswijken.”
Dagelijkse patrouilles
Sinds orkaan Irma het eiland in september in puin achterliet, maakt Leonard dagelijkse patrouilles door de twee wijken. Samen met zes andere wijken op Sint-Maarten zijn deze het ergst aangetast door Irma.
In het heuvelachtige gebied zijn bijna geen wegen te onderscheiden tussen de huizen. Leonard zegt dat gebrek aan infrastructuur één van de redenen is dat sommige gebieden niet opgeruimd zijn door de eerste opruimacties van de overheid. “Je kunt niet altijd gemakkelijk omhoog rijden, vooral niet met een vrachtwagen.”
Nu, vier maanden later, moeten de bewoners zelf het resterende puin opruimen. Velen kunnen het niet opbrengen om een chauffeur met een vrachtwagen te betalen om hout, zink, afval en ander puin weg te laten halen.
Wanneer Leonard haar rondes doet, delen de bewoners dagelijks dezelfde zorgen met haar: geld bij elkaar sprokkelen voor eten en uitzoeken hoe ze een nieuw dak moeten gaan betalen. “De mensen hier konden vóór Irma al heel moeilijk de eindjes aan elkaar vastknopen”, legt ze uit.
Wazige blik
Christina Hodge, die helpt met de leiding van het wijkcentrum in Dutch Quarter, deelt vergelijkbare gevoelens: “Ik zie mensen met een wazige blik in de ogen zitten in hun verwoeste woningen. Ze weten niet wat de volgende stap is.”
Op 21 december schreef de Nederlandse staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Raymond Knops aan de Tweede Kamer dat ‘direct gestart kan worden met de wederopbouw van Sint-Maarten, nu het eiland heeft ingestemd met het instellen van een integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht door de Koninklijke Marechaussee en de Nederlandse Douane’. Er wordt 7 miljoen euro beschikbaar gesteld voor projecten ‘die snel kunnen starten en direct effect hebben voor de bevolking’, aldus Knops.
Hodge maakt zich zorgen over de komende maanden. Hoewel vele internationale en nationale organisaties helpen met giften en voedselbonnen, weet ze dat dit geen bodemloze put is. “Laten we hopen dat het wederopbouwfonds uit Nederland op de juiste manier wordt gebruikt. Dat degenen die het het meest nodig hebben geholpen worden, en niet slechts een selecte minderheid!”