PHILIPSBURG – Op Sint-Maarten is iedereen op jacht naar water. Taxichauffeur Anne Marie, heeft zich met veel moeite door de verwoeste straten gebaand om een groepje Franse toeristen naar de luchthaven te brengen. Ze gaat nu twee Nederlandse cameraploegen, die met een Hercules van de luchtmacht zijn aangekomen, een dag rondrijden door de miserie die orkaan Irma heeft aangericht. Maar wel op één voorwaarde: dat ze haar aan drinkwater helpen.
Nutsbedrijf GEBE deelt water uit. Door Jean Mentens
Alita Sing is verslaggever bij de lokale krant de Daily Herald. Ze komt de aankomst van koning Willem Alexander verslaan voor haar krant. Ze vertelt hoe er na bijna een week na de orkaan nog steeds grote chaos heerst; “De premier moet zijn kabinet bijeengeroepen via de uitzending van het enige radiostation dat nog in de lucht is, want telefoonverbindingen zijn er slechts mondjesmaat.”
Geen krant
Ze vertelt dat de krant niet kan gedrukt worden omdat er geen water is om de drukinkt aan te lengen. “Maar aan distributie kunnen we nu ook niet denken, dus we maken enkel online edities.”
Anne Marie baant zich een weg door de straten van Philipsburg waar kapotgewaaide rommel manshoog op het asfalt ligt. Er is slechts een pad open van één auto breed. Op een straathoek van de binnenstad van Philipsburg wordt water verdeeld. Er wordt luid gekibbeld, geduwd en getrokken. “Iedereen komt aan de beurt”, schreewt de man op de tankwagen, die om orde te herstellen de kraan dichtdraait.
Het tafereel wordt gadegeslagen door Cynthia Scott. Ze is op vakantie bij familie en wilde 8 september terug naar Nederland vertrekken. Ze wist niet dat mensen met een Nederlands paspoort en woonachtig in Nederland zich mogen melden voor evacuatie. Ze durft niet naar de luchthaven: “Ik wil daar ‘s nachts niet in open lucht slapen.”
Door Jean Mentens
Wat nog over is van de eens zo prachtige airport, is ondertussen weer de enige plek waar langzaam structuur ontstaat. Hulpgoederen komen aan en worden overgeladen voor bedeling. Nederlandse Mariniers runnen de organisatie met ijzeren hand.
Bij de enige geïmproviseerde in- en uitgang van de airport zijn ondertussen vele honderden gestrande passagiers neergestreken. Ze beschutten zich zo goed als het kan tegen de brandende zon met kleurige parasolletjes. Er zijn groepjes Britten, mensen uit de Domincaanse Republiek, Amerikanen, maar de enigen die voorlopig kans maken om te vertrekken zijn Nederlandse en Franse onderdanen.
Luitenant Maxime van de Franse paracommando’s wijst op Franse vrachtwagens die mensen uit het Franse deel van Sint-Maarten aanvoeren naar de luchthaven. Die vertekken met Franse militaire vrachttoestellen naar ander Franse eilanden die niet getroffen zijn door Irma. “De samenwerking met de Nederlandse mariniers verloopt hier vlekkeloos”, zegt hij, “we hebben in april nog samen geoefend om aan dit soort situaties het hoofd te bieden en dat loont nu in de praktijk”.