Advocaat Schotte richt zich op procedure, niet op schuldvraag

HILVERSUM – Gerrit Schotte, ex-premier van Curaçao, is onlangs in hoger beroep veroordeeld. Zijn advocatenteam heeft direct daarop de zaak voor cassatie voorgedragen bij de Hoge Raad. Niet het feitenonderzoek naar de schuldvraag staat nu centraal, maar de procedure rond het proces.

De Hoge Raad is de hoogste rechter van het Koninkrijk. Deze zal, als de zaak in behandeling wordt genomen, een laatste oordeel vellen in de strafzaak tegen Schotte. Als Schotte verliest, is zijn veroordeling voor onder meer omkoping en valsheid in geschrifte onherroepelijk. Dat betekent dat hij drie jaar de cel in moet, met aftrek van voorarrest, en zich vijf jaar geen kandidaat meer mag stellen voor een politiek ambt.

Procedure
Een cassatiezaak is geen inhoudelijke behandeling. Er wordt dus geen nieuw feitenonderzoek gedaan. De Hoge Raad bekijkt alleen of het eerder gevoerde proces volgens de juiste regels en procedures is verlopen, en of de rechter zijn vonnis voldoende heeft uitgelegd.

Olga Kostrzewski, strafrechtadvocaat, zegt over mogelijke procedurefouten: “Een voorbeeld daarvan is een beslissing om een bepaalde getuige niet te horen. Dan wordt gekeken: waarom heeft het Hof besloten om die getuige niet te horen? Is dat deugdelijk gemotiveerd?” Een uitspraak van de Hoge Raad komt mogelijk pas in 2018.

‘Justitie niet-ontvankelijk verklaren’
Het advocatenteam van Gerrit Schotte, onder leiding van de Nederlandse topadvocaat Geert-Jan Knoops, richt zich in cassatie niet op het aantonen van zijn onschuld, maar op het niet-ontvankelijk verklaren van Justitie. Volgens Schottes advocaten was er onvoldoende verdenking om een onderzoek naar hem te starten.

Geert-Jan Knoops spreekt in een verklaring van ‘meerdere duidelijk aanwijsbare cassatie-argumenten.’ Verder commentaar wil hij nu niet geven. “Wij kunnen in dit stadium niet op vragen ingaan, omdat wij dan de cassatie-argumenten zelf gaan prijsgeven in de media en dat is niet gewenst.”

Kleine kans
De kans op vernietiging van het vonnis is statistisch gezien niet heel groot. In 2014 zijn ongeveer 5900 cassatiezaken behandeld. Meer dan 2500 aangespannen zaken leenden zich volgens de Hoge Raad niet voor cassatie. In totaal 800 vonnissen zijn vernietigd.

Bij vernietiging van een vonnis loopt de zaak mogelijk verdere vertraging op. Kostrzewski: “Als de cassatie gegrond verklaard wordt, kan de Hoge Raad zeggen dat de zaak terug moet naar het Hof en opnieuw beoordeeld moet worden.”