Curaçaose bevolking achtergesteld door katholieke kerk

Foto: Pixabay

LEIDEN – Bijna driekwart van de Curaçaose bevolking is jarenlang doelbewust beperkt in de kansen op vooruitgang. De katholieke kerk speelde daarin een belangrijke rol, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.

Het was een publiek geheim op het eiland, maar nu heeft de wetenschap het bevestigd. Met name het zwarte deel van de Curaçaose bevolking, buiten het stedelijk gebied, is tot ver in de twintigste eeuw achtergesteld in al zijn maatschappelijke kansen, vooral in het onderwijs en de arbeid, om zo te zorgen dat er geen ‘onrust’ op het eiland zou komen.

Margo Groenewoud is donderdag aan de Universiteit Leiden gepromoveerd. Zij deed onderzoek naar de ontwikkeling van de Curaçaose samenleving tussen 1915 en 1973. Uit haar interview- en archiefmateriaal blijkt hoe nauw het koloniaal bestuur samenwerkte met de katholieke kerk en het bedrijfsleven.

Groenewoud vertelt dat op het eiland altijd de vrees bestond voor een opstand, waarin de zwarte volksklasse meer rechten zou opeisen. “De kerkleiding vond tot ver in de jaren ’50 dat de katholieke Curaçaoënaar niet toe was aan maatschappelijke en politieke participatie.” Alléén uitverkoren katholieke gezinnen kregen toegang tot goed onderwijs.

Arbeid
Ook op het gebied van arbeidskansen en inkomen ging het volgens het onderzoek vaak mis. Tot de Tweede Wereldoorlog nam de oliemaatschappij CPIM, later Shell, liever tijdelijke migranten aan, in plaats van lokale mensen. “Men was bang dat zij te mondig zouden worden en bepaalde arbeidsvoorwaarden zouden afdwingen. De kerk was heel belangrijk om een deel van de bevolking op afstand te houden.”

Pijnlijk
Alleen al de aankondiging van de promotie leidt op sociale media tot veel reacties. “Ik denk niet dat de bevinding een verrassing is. De pijn zit hem er vooral in dat er niets tegen is gedaan en dat het nu wordt benoemd”, zegt Groenewoud. Zij is blij met de stroom aan reacties vanuit Curaçao: “Je ziet dat het inzichten oplevert die kunnen helpen om als maatschappij verder te komen.”

Maar is Curaçao jarenlang ‘dom gehouden’, zoals in een van die reacties wordt gesteld? Groenewoud kiest haar woorden voorzichtig: “Dat zouden absoluut niet mijn woorden zijn. Ik laat in het onderzoek ook zien hoe wijs de bevolking omging met een aantal zaken.”

Dat blijkt bijvoorbeeld bij het invoeren van het algemeen stemrecht in 1948. Wijkleiders werden actief om in hun bario over politiek te spreken en kennis te verspreiden over bestuur en democratie. “De uitkomst overviel de katholieke kerk volledig. Tegen alle verwachtingen in stemde het volk overwegend nationalistisch.”

Groenewoud onderstreept dat het de kerkleiding was die voor de achterstelling zorgde. Veel individuele verpleegsters en onderwijzers vanuit de kerk, maar ook meer progressieve priesters als Brenneker en Römer, hebben wel degelijk veel betekend voor ontwikkeling van de gemeenschap.

Hoe doet Curaçao het nu?
De vraag is of er intussen wél gelijke kansen zijn voor alle kinderen op Curaçao. Groenewoud ziet genoeg aanwijzingen dat de problemen van vroeger vaak voor blijvende achterstand zorgen. “Voor kinderen met bepaalde achtergronden op bepaalde scholen wordt het nog steeds niet vanzelfsprekend gevonden dat ook zij naar de havo kunnen. We moeten het nu met cijfers in beeld gaan krijgen.”

Op 21 september zal Margo Groenewoud haar proefschrift bij de University of Curaçao in het openbaar verdedigen. Aan die universiteit gaat ze gedragswetenschap doceren en onderzoeken begeleiden.

Margo Groenewoud is donderdag gepromoveerd met haar wetenschappelijk onderzoek ‘Nou koest nou kalm’ – foto: Universiteit Leiden