De ingang van het vroegere Curaçaohuis, Badhuisweg 175 in Den Haag. Foto: Pieter Hofmann.

De ingang van het vroegere Curaçaohuis, Badhuisweg 175 in Den Haag – foto: Pieter Hofmann.

DEN HAAG – De krakers van het Curaçaohuis aan de Badhuisweg moeten het pand uiterlijk dinsdag verlaten hebben. Dat heeft de rechtbank in Den Haag vandaag bepaald. De motivering van de rechtbank ontbreekt vooralsnog, die volgt aanstaande maandag.

Bij kraker Joram Trijsberg komt het vonnis hard aan. “Ik weet niet op welke grond onze verzoeken zijn afgewezen, dat maakt het lastig. Is het omdat het pand verkocht is? Maar waarom heeft het parlement daar dan nog niet over besloten?” De krakers verzetten hun zinnen en kijken alvast naar hun volgende woning. Het vonnis zullen ze respecteren, hebben ze eerder aangegeven.

Ook advocaat Emil Tamas, die de krakers bijstaat, is teleurgesteld. Hij vindt dat de krakers geen eerlijk proces hebben gehad. “Je kan een executie kort geding of een spoedappel indienen, maar dan heb je wel de motivering van de rechter nodig. Die heb ik nu niet. Ik overweeg daarom om een klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).”

Houding Curaçaohuis
Trijsburg zou die stap naar het EHRM toejuichen, zegt hij. “Het Curaçaohuis leverde pas een dag van tevoren om 16.45 uur het verkoopcontract aan, onze advocaat kreeg het de volgende ochtend. Hoe kunnen wij dan de documenten bestuderen ons dan verdedigen?”

Een echte noodzaak om meteen te ontruimen is er volgens hem ook niet. “Wij zorgen goed voor de panden, hebben een goede reputatie en referenties. Er kunnen goede afspraken met ons gemaakt worden, maar dat hebben ze niet eens geprobeerd. Jammer, het had hen ook een hoop moeite gescheeld.”

Door Pieter Hofmann