AMSTERDAM – De nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Oosterpark in Amsterdam, is donderdagavond ernstig verstoord door demonstranten.
De verzetsgroep is boos op Antoine Deul, voorzitter van het slavernij instituut NiNsee, die de traditionele herdenking op 1 juli heeft opgesplitst in herdenken op 30 juni en vieren op 1 juli. De herdenking verliep donderdag dus met veel kabaal.
Reden van verschuiving
De herdenking van de afschaffing van de Nederlandse slavernij is tot dit jaar altijd op 1 juli. Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) heeft dit jaar besloten om die herdenking niet op een dag te doen maar daar twee dagen voor uit te trekken. Op 30 juni herdenken en op 1 juli vieren. Uit ervaring van voorgaande jaren blijkt dat de viering, met harde muziek en geluid van hard pratende mensen, de herdenking verstoord. Althans dat is de lezing van het NiNsee.
Geen dialoog
Een verzetsgroep onder leiding van Iwan Leeuwin is het daar niet mee eens. Ze vinden dat 1 juli de officiële dag is om de afschaffing van de slavernij te vieren. Op 1 juli 1863 was namelijk ook de afschaffing van de Nederlandse slavernij een feit in de voormalige koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. Het NiNsee heeft de verzetsgroep voorafgaand aan de herdenking wel uitgenodigd voor een gesprek, maar van een inhoudelijk gesprek is het niet gekomen. De beslissing om te splitsen stond ook al vast en dat is voor de verzetsgroep geen uitgangspunt voor gesprek.
Bemiddelaar Clarence Seedorf
Het kwam dus tot een luidruchtig protest bij de als plechtig bedoelde herdenking in het Oosterpark. Verzetsleider Leeuwin overhandigde burgemeester Van der Laan een petitie met de tekst: 1 juli is ons afgenomen. Onze slaaf-gemaakte voorouders werden op 30 juni nog steeds gemarteld. Deze fout moet worden rechtgezet. Na bemiddeling van oud profvoetballer Clarence Seedorf, die ook voor de plechtigheid aanwezig was, is afgesproken dat er nog een poging ondernomen wordt tot een gesprek.
Door Sam Jones