Voor het versterken van de band tussen Nederland en Bonaire zou het goed zijn als iedereen ‘op zijn retoriek’ zou passen, zegt Plasterk - Foto: Janita Monna

Voor het versterken van de band tussen Nederland en Bonaire zou het goed zijn als iedereen ‘op zijn retoriek’ zou passen, zegt Plasterk – Foto: Janita Monna

KRALENDIJK – Minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties bracht maandag een bezoek aan Bonaire. Nauwelijks een week na het Kamerdebat over het Rapport Spies, sprak de minister op het eiland met het bedrijfsleven en met jongeren. Daarbij legde hij ook de nadruk op wederzijds respect.

De verhouding tussen Nederland en de eilanden is broos. Er is onvrede, dat blijkt ook maandag, als aanhangers van Nos Ke Boneiru Bèk (NKBB) hun protestborden verplaatst hebben naar Landhuis Wanapa. Daar spreekt Plasterk met enkele jonge eilandbewoners, de toekomst van het eiland.

Volgens de minister zou Bonaire over vijf jaar een eiland moeten zijn waar voldoende werk voor deze jongeren is. “Ik hoop dat ze na hun studie terugkomen, dat ze solliciteren op vacatures in de krant. Maar ik hoop ook dat sommigen een eigen bedrijf starten.” De minister ziet veel kansen: “Toerisme is een markt waar nog veel kan. Dat geldt ook voor de landbouw. De kosten van levensonderhoud zijn hoog, Bonaire zou het meer moeten hebben van wat het eiland zelf voortbrengt. Sommigen hebben misschien herinneringen aan grootouders die werkten op het land. Die denken ‘ik zit liever op een kantoor’. Het zou mooi zijn als landbouw weer sexy wordt.”

Wantrouwen
De manifestanten van NKBB hebben hun pijlen al enkele weken gericht op de Rijksdienst Caribisch Nederland. Die wordt beschouwd als verlengstuk van de Nederlandse regering. Niettemin is 93 procent van de werknemers van RCN van lokale komaf.

Het beeld dat Nederland vooral Nederlanders op de hoogste plekken wil hebben, bestrijdt ook de minister : “We willen de allerbeste mensen, en het zou het mooiste zou zijn als dat eilandskinderen zijn. Aan talent ligt het niet.”

Meer respect
Voor het versterken van de band tussen Nederland en Bonaire zou het goed zijn als iedereen ‘op zijn retoriek’ zou passen, zegt Plasterk: “Nederlandse parlementariërs praten soms op een respectloze manier over het Caribisch deel van het Koninkrijk, ook weer in recente debatten. Mensen kunnen zo onterecht de indruk krijgen dat dat de opvatting van de Nederlandse regering is.”

Maar, gaat hij verder: “Omgekeerd worden hier dingen gezegd over kolonialisme, terwijl, oprecht: Nederland hoeft hier niks vandaan te halen. Wat we hier doen, dat doen we vanuit een gevoel van verantwoordelijkheid. Laten we van twee kanten niet onnodig en misplaatst verkeerde woorden gebruiken.”

Samenwerken
Plasterk maakte op Bonaire uitgebreid kennis met de nieuwe coalitie. “De nadruk ligt op ‘samen’. Op het oppakken van praktische problemen, versterken van onderwijs, infrastructuur. Ik heb toegezegd dat ik ga kijken naar taken die beter hier geregeld kunnen worden, dan in Den Haag.” In lokale politiek wil hij zich niet mengen, maar hij zegt wel te hopen op stabiliteit: “Het zou goed zijn om niet elk jaar met nieuwe mensen te maken te hebben.”

Met de invoering van een sociaal minimum wordt gewerkt aan armoede bestrijding, ook liggen er concrete voorstellen voor verdere sociaal economische ontwikkeling op de eilanden. Plasterk maakt zich, ondanks Tweede Kamer verkiezingen, geen zorgen over de toekomst van de plannen.

“Dit kabinet zal er nog ongeveer een jaar zitten. Wat mij betreft gaan we dat volop gebruiken, meedenken over ontwikkeling in het onderwijs, of toerisme. Als we kunnen bijdragen met expertise, dan graag. Bonaire zou het mooiste stukje Nederland kunnen zijn. Zonder het vol te bouwen en op bescheiden schaal aan duurzame ontwikkeling te doen. Ik denk dat daar, los van deze coalitie, draagvlak voor blijft.”

Door: Janita Monna