De belangrijkste reden om het tehuis samen te voegen met Huize Sint Jozef is de lage bezettingsgraad. Toch is het aantal tienermoeders op Curaçao niet gedaald. Foto: Elisa Koek

De belangrijkste reden om het tehuis samen te voegen met Huize Sint Jozef is de lage bezettingsgraad. Toch is het aantal tienermoeders op Curaçao niet gedaald. Foto: Elisa Koek

WILLEMSTAD – Kas Broeder Pius (KBP) moet verhuizen. Het opvanghuis voor tienermoeders begeleidt sinds 1987 jonge meiden tijdens en na hun zwangerschap in een huiselijke, privé sfeer. Het tehuis wordt verplaatst naar het terrein van Huize Sint Jozef, een internaat voor kinderen tussen vier en dertien jaar.

Jazmin Guzman, een ex-bewoonster, kan niet geloven dat het tehuis moet verhuizen. “Als je als tienermeisje de stap zet om hulp te vragen, wil je niet tussen jonge kinderen zitten. Dit zijn twee verschillende groepen met een totaal andere behandeling en begeleiding.”

Guzman werd zwanger op haar achttiende. Tussen haar en haar partner ging het niet goed en door omstandigheden wilde ze niet bij haar moeder wonen. Ze had geen geld voor een eigen huis dus klopte ze bij KBP aan. Ze verbleef enkele jaren in het opvanghuis en haalde haar Mavo- en Havodiploma. Inmiddels heeft Guzman een studie afgerond, heeft ze een goede baan en woont ze samen met haar tienjarige dochter.

Wennen aan het echte leven
De eerste maanden had Guzman het moeilijk met de structuur binnen KBP. “Ik moest afwassen, schoonmaken, mijn baby verzorgen en had nergens tijd voor.” Juist die structuur is belangrijk bij KBP, want de meisjes moeten wennen aan het echte leven. “Je wordt klaargestoomd en daar komt structuur bij kijken, maar ook vrijheid om leren om te gaan met geld en dagelijkse activiteiten.”

Wennen aan het echt leven, betekent ook dealen met familieleden of de vader van je kind. Guzman vertelt dat het er soms hard aan toe gaat. Dit verklaart wellicht ook de hekken om het terrein. “Soms moest de politie zelfs gebeld worden. Dat kan toch niet op een terrein met kleine kinderen?”

Bezetting
KBP valt, net als Huize St. Jozef en Rose Pelletier, onder Fundashon Guia i Forma (FGIF). Voorzitter van FGIF Desiree Latina vertelt dat de beveiliging op het nieuwe terrein een pré is. “Er is 24 uur bewaking en niet iedereen kan het terrein op.” Over de verschillen in behandeling tussen de tehuizen, is ze duidelijk. “Voor alle drie de organisaties gelden dezelfde regels. Het is een groot terrein en kan makkelijk samen, het is gewoon aanpassen. Gezien de financiële situatie is het de beste oplossing.”

De belangrijkste reden om het tehuis samen te voegen met Huize Sint Jozef is de lage bezettingsgraad. Terwijl er plaats is voor veertien meisjes en baby’s, verblijven er nu maar vijf dames. Toch is het aantal tienermoeders op Curaçao niet gedaald. Van de duizend meisjes tussen de veertien en negentien jaar, zijn er 34 moeder, blijkt uit cijfers van het Volksgezondheid Instituut Curaçao (2015). Dit percentage is sinds 2008 niet gedaald.

Lange weg
Volgens Marion Schroen, adviseur voor de overheid en gezondheidszorg en tevens verloskundige, heeft het nieuwe intakebeleid wellicht invloed op de lage bezettingsgraad. Schroen kwam tussen 1998 en 2010 veel in contact met KBP doordat ze voor Stichting Consperanza zwangere vrouwen begeleidde.

“Doordat KBP de intake zelf niet meer mag doen en dit via de Voogdijraad of Skuchami moet, is de weg naar hulpverlening lang geworden”, zegt Schroen. Ook Guzman beaamt dat dit het moeilijk maakt. “Je bent wanhopig, schaamt je en wil geen nummertje zijn bij een van de vele bureaus.”

Daarnaast is de leeftijd van tienermeiden die opgevangen worden, teruggebracht van eenentwintig naar achttien jaar. “Allemaal bezuinigingsmaatregelen waarmee de meiden niet geholpen worden”, zegt Schroen. “Ik hoopt dat de verhuizing herzien wordt en er een open discussie kan plaatsvinden over onze tienermoeders. Het gaat om twee generaties die van risicogroepen succesgroepen kunnen worden.”

Door Elisa Koek