DEN HAAG – De parlementen van de Koninkrijkslanden willen dat de beide wetsvoorstellen voor een geschillenregeling beoordeeld worden op de drie eerder overeengekomen uitgangspunten. Dit houdt in dat een onafhankelijk orgaan bindende uitspraken doet over strikt juridische geschillen in het Koninkrijk.
Om dit voor elkaar te krijgen hebben de delegaties van het Nederlandse, Curaçaose, Arubaanse en Sint-Maartense parlement vandaag een gezamenlijke verklaring ondertekend ter afsluiting van het IPKO (Interparlementair Koninkrijksoverleg).
Pieter Hofmann in gesprek met Rene Herdé en Mike Franco
Op dit moment zijn er twee wetsvoorstellen die allebei in een geschillenregeling voorzien. Een is afkomstig van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) Ronald Plasterk. Het andere voorstel is van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Het belangrijkste verschil is dat het voorstel van Plasterk aanstuurt op niet-bindende uitspraken door de Raad van State. Maar dat zien de Caribische delegaties niet zitten. Rene Herdé (Aruba) erkent dat de voorstellen ver uit elkaar liggen. “Maar we hebben vorig jaar een belangrijke stap gemaakt. We hebben de eisen vastgesteld waaraan de geschillenregeling moet voldoen.”
Het is nog niet duidelijk wat er gebeurt na het toetsen van beide wetsvoorstellen aan de drie uitgangspunten. Elmer Wilsoe (Curaçao) benadrukt dat er ruimte is voor wijzigingen en eventueel een nieuw concept van het wetsvoorstel. Elk land stelt een klein comité samen om zo overeenstemming te bereiken.
Reacties
Mike Franco (Curaçao) spreekt van ‘kleine stapjes in de goede richting.’ Toch heerst er ook een gevoel dat de totstandkoming van de geschillenregeling te langzaam gaat. Voorzitter Jeroen Recourt, antwoordde op de vraag of hij teleurgesteld of optimistisch is: “Allebei. Het blijkt toch moeilijker en stropiger te gaan dan gedacht. Maar ik voel wel de bereidheid ernaar te kijken.”
Voor het einde van het jaar zijn er verkiezingen op Curaçao en Sint Maarten. Beide delegaties verwachten niet dat die invloed zullen hebben op de voortgang van de geschillenregeling. Franco: “Ik denk het niet. De standpunten zoals ze nu geaccordeerd zijn door vier landen zijn dusdanig beklonken dat een veranderd parlement daar geen verandering in kan aanbrengen.”
Door Pieter Hofmann