Joodse graven vergaan in zwaveldampen
Rene Levi Maduro, bij de begraafplaats Sefardisch Joodse begraafplaats Beth Chaim | Foto: Dick Drayer

René Levi Maduro, bij de Sefardisch joodse begraafplaats Beth Chaim | Foto: Dick Drayer

WILLEMSTAD – Het aantal Joden op Curaçao loopt snel terug. René Levy Maduro denkt dat zijn synagoge nog twee generaties bestaat.

De huidige ouderling en voormalig voorzitter van de gemeente Mikvé Israel-Emanuel is niet somber, maar, naar eigen zeggen, wel realistisch:  “Dan is het afgelopen. We zijn met 150 zielen te klein om te overleven; het kost nu al moeite om de eredienst te houden.”

Een reportage van Dick Drayer

De geluiden van een teruglopende gemeenschap zijn niet nieuw, de getallen wel. De Sefardische gemeenschap van Maduro heeft 150 leden, de Asjkenazische gemeente telt nog maar 90 zielen.

Exemplarisch
De joodse begraafplaats van Beth Chaim (Huis van de Levenden) Blenheim, pal onder de rook van de Isla, is wat hem betreft exemplarisch. Van de tweeduizend zichtbare graven, zijn er nog honderd leesbaar. De rest is vergaan in de zwaveldampen van de Isla, voorbij het punt dat restauratie nog zin heeft. “We hebben ook geen geld om de begraafplaats te onderhouden. De enorme vervuiling van de raffinaderij versnelt het verval.”

De begraafplaats ligt er als sinds 1658 en vertelt de geschiedenis van de Joodse diaspora. Vrijwel alle Curaçaose Sefardische Joden komen uit Spanje en Portugal. Op de vlucht voor de inquisitie vonden ze eindelijk asiel in Amsterdam. Vandaar voeren ze naar Curaçao. Daar wezen de lokale Nederlandse autoriteiten hun grond aan, waarop verschillende plantages werden opgericht. Nu staat daar de raffinaderij.

Curaçao en Coro
Eind 19e eeuw vertrokken veel van hen naar Coro in Venezuela. Niet alleen om een huwelijkspartner te vinden, maar vooral ook om handel te drijven. De meesten bleven daar en sommigen werden katholiek om aan een werkvergunning te komen. Achternamen, zoals Henriquez, Senior, Penso, Capriles en Curiel wijzen op de gemeenschappelijke geschiedenis.

De Venezolaanse zakenman, Elias David Curiel zocht zijn roots in Curaçao op. “Venezuela is voor Joden niet echt veilig”, zegt Curiel. “Dus ik wil weg hier. Ik ben blij dat ik de kans had om Curaçao te leren kennen, maar ik voel er – ook na de zoektocht – geen speciale binding mee. Ik denk dat ik naar Israël ga.”

“Van onveiligheid op Curaçao is geen sprake”, zegt Maduro. “De leegloop op ons eiland heeft te maken met geboortebeperking. Onze gezinnen worden steeds kleiner. En de kinderen die we wel krijgen gaan Amerika of Nederland, om te studeren. Die komen meestal niet terug, vaak omdat hun buitenlandse partner dat niet ziet zitten.”

Door Dick Drayer