UTRECHT – Zowel de Nederlandse regering als de eilandsbesturen doen te weinig voor de leefomstandigheden van de mensen in Caribisch Nederland.
Onder meer sociale zekerheid, kinderrechten, veiligheid en strafrecht blijven achter. Daar worden te weinig concrete afspraken over gemaakt. Dat staat in een rapport van het College voor de Rechten van de Mens (CRM) dat vandaag is verschenen.
Het CRM heeft onderzoek gedaan nadat de commissie-Spies in oktober 2015 een kritisch rapport presenteerde over de stand van zaken op Bonaire, St. Eustatius en Saba (Caribisch Nederland), vijf jaar na de opheffing van de Nederlandse Antillen.
Sinds oktober 2010 zijn deze eilanden bijzondere gemeenten van Nederland. In principe geldt er Nederlandse wetgeving behoudens uitzonderingen. Die moeten wel onderbouwd worden.
Verwachtingen
In Caribisch Nederland leefde de hoop dat na 2010 de zorg en sociale zekerheid gelijkgetrokken zou worden met Europees Nederland, aldus het rapport. “Dat was voor velen ook de aantrekkingskracht van een directe band met Nederland.” Die verwachting is niet uitgekomen.
Hoewel Europees en Caribisch Nederland kunnen verschillen, moeten sociale voorzieningen overal van acceptabel niveau zijn. Dat is nu niet zo. Volgens het College zijn er onvoldoende concrete afspraken gemaakt van hoe die zaken geregeld zouden moeten worden en wordt er slecht gecommuniceerd met de lokale bestuurders.
“Omdat de afspraken tamelijk open zijn geformuleerd ontstaan er misverstanden tussen betrokken actoren. Het biedt tevens ruimte voor het niet nemen van bestuurlijke verantwoordelijkheid.”
Armoedebestrijding, economische ontwikkeling en kinderrechten zijn speerpunten van het Meerjarenplan dat is geformuleerd voor de periode 2015-2018. Maar ook in dit plan staan geen normen voor het voorzieningenniveau, schrijft het College.
De Nederlandse regering heeft geen sociaal minimum vastgesteld. “Het geboden vangnet is niet adequaat want het uitkeringsniveau is voor velen onvoldoende.”
Kinderen
Het College heeft tijdens het werkbezoek in november 2015 ook vastgesteld dat de leefomstandigheden voor kinderen slecht zijn. Dat komt door armoede, gebroken gezinnen en geweldssituaties. Daarnaast is er geen jeugdstrafrecht.
Volgens het College blijft de argumentatie van de Nederlandse regering ‘kort en oppervlakkig’. “Er pleegt niet nader te worden ingegaan op de feitelijke omstandigheden zelf, die achter die kenmerken schuil gaan.”
Door Pieter Hofmann