Minister Camelia-Römer: ‘Curaçaose bevolking moet verdubbelen’

Foto: John Samson

ROTTERDAM – Minister Suzanne Camelia-Römer pleit tijdens een bijeenkomst in Rotterdam voor een ‘reëel’ remigratiebeleid. Zij roept Curaçaose organisaties in Nederland op om de regering nu te helpen.

Een storm aan vragen krijgt minister Suzy Römer (Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning) vanuit een publiek dat liefst naar Curaçao terug wil gaan. Er wordt gehoopt op oplossingen, maar de minister maakt weinig beloftes aan de ruim 120 aanwezigen. Ook op het eiland voelen mensen zich vergeten, is haar verklaring. En speciaal voor de ex-bursalen: ook op het eiland hebben inwoners een studieschuld opgebouwd. “37,2 procent van onze jongeren zit zonder werk”, aldus de minister.

John Samson sprak met de minister na afloop van haar presentatie

Minister Camelia-Römer wordt na haar presentatie een uur lang stevig ondervraagd door de aanwezige Curaçaoënaars – foto: John Samson

En toch heeft Curaçao vooral haar eigen eilandgenoten in Nederland hard nodig, blijkt uit haar presentatie. De overheid heeft lang niet genoeg middelen om voor ‘150.000 zielen’ te zorgen, benadrukt de minister. Als het aan haar ligt, moet de bevolking van Curaçao verdubbelen zodat de overheid meer inkomsten binnenkrijgt.

Wensen in kaart brengen
De minister vraagt zich af wat voor de overheid in de praktijk mogelijk is om remigratie op gang te brengen. Camelia-Römer doet nu een oproep aan Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) en soortgelijke organisaties om de Curaçaose regering te gaan helpen. De wensen van verschillende groepen Curaçaoënaars moeten in kaart worden gebracht. Pas dan kan er volgens de bewindsvrouw stappen gezet worden naar een remigratiebeleid.

Nieuwe leiders
Ook Glenn Helberg van OCaN doet een dringende oproep aan het publiek: er moeten nieuwe leiders naar voren stappen om de Antilliaanse gemeenschap in Nederland te helpen. De voorman maakte eerder bekend te willen stoppen met de voorzitterschap, maar na ruim een jaar tijd zegt de organisatie nog steeds geen opvolger te kunnen vinden.