HILVERSUM – De World Health Organisation (WHO) zegt dat er een ‘sterke wetenschappelijke consensus’ is over een verband tussen het Zika-virus en aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel. Niet eerder drukte de WHO zich zo sterk uit.
Byron Martina, viroloog van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, legt uit wat het WHO precies bedoelt: “Er zijn de afgelopen maanden onderzoeken gedaan. Als het Zika-virus verantwoordelijk is voor microcefalie zou je een aantal dingen verwachten. Bijvoorbeeld dat het virus bepaalde cellen infecteert. En omdat dat zo is gezien, wordt het verband wetenschappelijk sterk.”
Byron Martina legt het uit aan Pieter Hofmann
Experimentele studies
Bij experimentele studies op cellen buiten het lichaam en studies op dieren zijn de verbanden gevonden. Dat maakt de waarschijnlijkheid van een verband groter.
Brazilië
Toch ligt het bewijs niet vast zonder lange termijnonderzoek. Waarom voert de WHO dan toch de graad van waarschijnlijkheid op? Martina: “Er zijn wetenschappelijke voorwaarden waaraan voldaan moet zijn. Op dit moment is microcefalie alleen aangetroffen in Brazilië. In andere landen is dat één keer voorgekomen. Je moet wel rekening houden met het moment waarop de epidemie is begonnen. Dus het kan zijn dat je zes tot negen maanden later ook microcefalie-gevallen buiten Brazilië gaat zien.”
De gevolgen voor de Benedenwindse eilanden zijn nu nog niet te voorspellen. Martina: “Ik heb niet paraat wanneer precies het virus daar begonnen is. Als je uitgaat van januari, dan zou je daar rond september of oktober gevallen van moeten zien. Nogmaals: het hangt er vanaf of het verband er is. Het betekent nu dat twee dingen tegelijk voorkomen. Maar we kunnen bij Zika nog niet zeggen: A veroorzaakt B.”
Centraal zenuwstelsel
De bekendste aandoeningen die met het zikavirus geassocieerd worden zijn microcefalie en het syndroom van Guillain-Barré. Dat zijn niet de enigen. Martina: “Je kunt het samenvatten als aandoeningen die het centraal zenuwstelsel aantasten. Je ziet met alle virussen die affiniteit hebben met zenuwcellen dat het zich niet beperkt tot één ziektebeeld. In de loop der tijd zal bijvoorbeeld hersenvliesontsteking of myelitis (ontsteking aan ruggenmerg, PH) voorkomen bij zikapatiënten. Maar het aantal gevallen is zo klein dat we dat niet zeker weten.”
Door Pieter Hofmann