PHILIPSBURG – De geschillenregeling voor het koninkrijk heeft voor wat onenigheid gezorgd tijdens het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) in St. Maarten op donderdag. De drie Caribische landen – Aruba, St. Maarten en Curaçao – willen het proces versnellen door een ‘Initiatief Koninkrijkswet’ in te dienen, maar dat vindt de Nederlandse delegatie prematuur.
Ondanks dit verschil van inzicht bleef de stemming tijdens het IPKO cordiaal. René Herdé (Aruba) merkte zelfs op dat de delegaties wellicht nog diezelfde avond ‘champagne zouden drinken’.
Eenheid
De Nederlandse delegatieleider Jeroen Recourt benadrukt dat eenheid het sterke punt is van de IPKO en dat dit het instrument is om druk op de regering uit te oefenen. “Als de drie Caribische landen met hun eigen voorstellen komen, dan valt die eenheid weg”, aldus Recourt.
De Nederlandse delegatie vindt dat de koninkrijksregering aan zet is. “We zijn teleurgesteld over wat er tot nu toe is bereikt”, zegt Recourt. “In oktober hebben we nog een motie ingediend die onderstreept dat de geschillenregeling noodzakelijk is. We willen de druk op de regering opvoeren en de minister vragen om een concreet voorstel. Daarna gaan we in debat.”
Slager
Alex Rosaria (Curaçao) is het meest expliciet in zijn oppositie tegen het Nederlandse standpunt. “Dit heeft al veel te lang geduurd. We zijn zes jaar verder en het enige idee waar sommige collega’s mee komen is het opvoeren van de druk op de regering. We hebben al zes jaar geen enkele beweging gezien. Nederland is de slager die zijn eigen vlees blijft keuren en dat is niet goed voor de democratie.”
Of de partijen nog bij elkaar komen zal op vrijdag blijken uit de slotverklaring.
Door Hilbert Haar