DEN HAAG – Een op de vier Antilliaanse Nederlanders identificeert zich niet met de eigen herkomstgroep. Het eiland waar ze vandaan komen, zien ze nauwelijks als ‘vaderland’. Dat valt te lezen in het rapport ‘Werelden van verschil’, dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) woensdag heeft gepresenteerd.
Het SCP deed onderzoek onder de vier grootste ‘niet-westerse migrantengroepen’, naar onder andere hoe zij zich identificeren. In tegenstelling tot Turkse en Marokkaanse Nederlanders, voelen Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders zich het vaakst een volwaardig burger in Nederland.
Een kwart (24 procent) van de Antillianen zegt zich behoorlijk thuis te voelen in het Europese deel van het Koninkrijk. In de praktijk hebben zij weinig contacten met andere Antilliaanse Nederlanders en in organisaties en verenigingen gaan zij voornamelijk met autochtone Nederlanders om.
In het geval van de Surinaamse Nederlanders, identificeert 19 procent zich niet met de eigen herkomstgroep. Bij migranten van Turkse of Marokkaanse herkomst is dit niet of nauwelijks het geval. Ongeveer de helft van deze twee migrantengroepen voelt zich geen volwaardig Nederlandse burger.
Dat Antillianen en Surinamers sneller en beter integreren in Nederland, komt volgens het SCP mede doordat de groepen in hun thuisland al Nederlands leren. Wat ook een rol speelt, is dat de regeringen van de andere rijksdelen formeel of informeel weinig invloed hebben op Antillianen in Nederland, staat in het rapport.
Geïsoleerd
Van de Antillianen in Nederland is 10 procent min of meer geïsoleerd van de Nederlandse samenleving. Zij hebben weinig sociaal contact met mensen die niet van Antilliaanse herkomst zijn. De meeste mensen in deze groep voelen zich dan ook het minst thuis in Nederland en oordelen het minst positief over de Nederlandse samenleving.
Door John Samson