Curaçaose regering schaart zich achter raffinaderij

Isla raffinaderij vanaf de wijken Wishi en Marchena | Foto: Dick Drayer

WILLEMSTAD – De regering van Curaçao denkt dat het juridisch conflict tussen de Venezolaanse oliemaatschappij PdVSA en milieugroepen op het eiland zal leiden tot onrust en mogelijk onderbreking van brandstofleveranties aan de pomp.

Hoewel de zaak onder de rechter is, heeft de regering Whiteman – in overleg met stakeholders, waaronder brandstofdistributeur Curoil en energieleverancier Aqualectra (beide overheidsbedrijven) – zich daarom geschaard achter de raffinaderij om het beslag van tafel te krijgen.

De regering heeft een brief gestuurd naar Venezuela om dit standpunt kenbaar te maken en om duidelijk te maken dat Curaçao geen partij is in het conflict.

Dwangsom
Dinsdag werd bekend dat de stichting Schoon Milieu op Curaçao (SMOC), de stichting Humanitaire Zorg (SHZ) en 25 bewoners die leven onder de rook van de raffinaderij een dwangsom van 75 miljoen gulden opeisen. Die had de rechter in 2010 opgelegd, als Isla zich niet aan de vergunningsnorm voor zwaveldioxide (SO2) zou houden. In dat vonnis stelde het Gerecht dat Isla maximaal 80 µg/m3 zwaveldioxide mag uitstoten, gemeten op leefniveau, dus niet op het Isla-terrein zelf.

Volgens berekeningen van TNO Delft was de uitstoot op de joodse begraafplaats Beth Chaim, vlak naast de Isla, in 2013 gemiddeld 118,6 µg/m3. Zij deed die berekeningen op basis van de methodiek die de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) hanteert.

StAB-methodiek
Om vast te stellen of Isla meer bijdraagt aan de uitstoot dan de vergunningsnorm hadden de rechters in 2010 als eis gesteld dat de ‘StAB-methodiek’, zoals gehanteerd in een rapport in 2008,  moest worden gebruikt. Een tweede en nadrukkelijke eis was dat de berekeningen onder andere moesten worden uitgevoerd  voor de locatie Beth Chaim.

StAB berekent in 2014 op verzoek van het Gerecht de uitstoot over 2013. Zij doet dat volgens haar methodiek uit 2008, zoals de rechter dat bepaalde. De uitstoot voor zwaveldioxide komt dan uit op gemiddeld 68,1 µg/m3. Daarmee zit de raffinaderij dus onder de vergunningsnorm. Maar volgens de milieugroepen heeft StAB zich in die rapportage te letterlijk gehouden aan de opdracht van het Gerecht. De eis om berekeningen uit te voeren op een voor publiek toegankelijke locatie, namelijk de begraafplaats Beth Chaim, wordt niet gevolgd.

Daarmee staan partijen opnieuw tegenover elkaar. De Isla stelt dat de berekeningen van StAB zijn uitgevoerd conform de eis van het Gerecht, de milieugroepen stellen dat de berekeningen van TNO daarbij moeten worden gevoegd, omdat StAB die – tegen de opdracht van de rechter in, niet heeft meegenomen. 27 oktober gaat de rechter zich buigen over deze zaak.

Geld
Gevoed door de angst dat een eventueel slagen van het beslag een negatief gevolg heeft voor de brandstofleveranties op het eiland, suggereren verschillende Papiamentstalige kranten dat de stichting Schoon Milieu op Curaçao (SMOC), de stichting Humanitaire Zorg (SHZ) en de 25 bewoners alleen maar uit zijn op het geld.

Daarover zegt advocaat Sandra in ‘t Veld: “Integendeel, het gaat bij mijn cliënten om schone lucht. Het Hof heeft de raffinaderij verboden het eiland te vervuilen en heeft daar een boete opgezet. Die boete is door de rechter ingesteld als stok achter de deur; zodat Isla zich eindelijk gaat houden de hindervergunning. Daar gaat het de milieubeweging en de bewoners om.”

Door Dick Drayer