In augustus 2016 gaat de onderwijsinspectie vanuit Nederland beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs is verbeterd. Foto: Elisa Koek

In augustus 2016 gaat de onderwijsinspectie vanuit Nederland beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs is verbeterd – foto: Elisa Koek

ORANJESTAD – Nederlands is niet langer de enige instructietaal op Sint Eustatius. Sinds dit schooljaar is het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs op het eiland overgeschakeld naar de Engelse taal en het Caribbean Examinations Counsil (CXC) systeem. Met het examen Caribbean Secondary Education Certificate (CSEC) van CXC kunnen scholieren na hun middelbare school makkelijker doorstromen naar regionale opleidingen.

“CESC is hét regionale examen en wordt bovendien erkend in de Verenigde Staten”, vertelt docentcoach Mariëtte Zuijdgeest. Toch is studeren in Nederland nog steeds het streven op Statia.

Een reportage door Elisa Koek

Voor een studie in Nederland gelden extra eisen. Leerlingen moeten in zes vakken examen doen waaronder Nederlands, Engels en Wiskunde. Daarnaast kunnen ze modules volgen waardoor het examen gelijkwaardig wordt aan een Nederlands Havo-diploma.

Ondanks de extra eisen, hebben leerlingen volgens Zuijdgeest meer kansen door invoering van het CXC. “Eerder waren er leerlingen die Havo-niveau hadden, maar geen kans kregen vanwege de taalbarrière. Deze barrière is nu weg. Bovendien wordt Nederlands aangeboden als vreemde taal: een leerling leert dus eerst de Nederlandse taal te beheersen en wordt niet ondergedompeld zoals eerder.”

 

Hard werken
Shaquana Parish is een leerling die ondergedompeld werd. Op haar tweede verhuisde ze van Brits Guyana naar Sint Eustatius en op school was ze continu bezig met het begrijpen van de taal. “Ik vond het erg moeilijk in het begin en moest hard werken.” Parish zit nu in Havo-5 en wil volgend jaar naar het Hbo in Nederland om daarna door te studeren tot psychiater. Ze weet niet of ze ditzelfde zou kunnen doen zonder beheersing van het Nederlands. “De taal zou dan wel een probleem kunnen zijn. Aan de andere kant, als ik hard zou werken, zou het lukken.”

Ongelijke studiebeurzen
Maaike Patrick is docent Nederlands op de Gwendoline van Puttenschool. Ze heeft Nederlands altijd als vreemde taal gegeven op Statia. Ze legt uit dat er een groot verschil is tussen een tweede taal en een vreemde taal. “Een tweede taal hoor je veel om je heen en een vreemde taal niet. Nederlands is een vreemde taal op Statia. Ik doceer daarom veel met gebaren en beeld woorden uit, dat hoort bij een vreemde taal.”

 

Voor Patrick is de verandering naar Engels niet per se een verbetering. Vooral, omdat studeren binnen het Koninkrijk goedkoper is dan studeren in de regio. “De meeste leerlingen gaan studeren op Curaçao, Aruba of in Nederland. Daar wordt veelal Papiaments en Nederlands gesproken. Papiaments bestaat hier amper en Nederlands verdwijnt nu ook. De beurzen voor studenten moeten worden gelijkgetrokken.”

 

Eisen
Een ander obstakel is de docent. Veel docenten zijn afkomstig uit Nederlandstalige landen. Hierom krijgen zij allemaal een anderhalf jaar durende cursus Engels. In september moeten de docenten de Cambridge Proficiency afleggen. Bovendien zal in augustus de onderwijsinspectie vanuit Nederland beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs is verbeterd.
Ondanks dat er nog veel moet gebeuren voor augustus 2016, is docentcoach Zuijdgeest positief.

“De transitie is wel een verzwaring voor de rest van de ontwikkelingen, maar het is ook een vliegwiel. Als we dan toch moeten veranderen, laten we het dan meteen goed doen.” Of de school volgend jaar aan alle eisen van de onderwijsinspectie voldoet? “We hebben nog een heel schooljaar en werken er hard aan dus op veel aspecten wel.”

 

Door Elisa Koek