ORANJESTAD — Aruparking, het bedrijf dat de onlangs in werking gestelde parkeermeters in Oranjestad beheert, is nog niet in bezit van een vestigingsvergunning. De Arubaanse Kamer van Koophandel wijst erop dat zonder dit document de parkeerbeheerder onder andere geen twee florin per uur mag vragen van gebruikers van de parkeerplekken.
Volgens de directeur van moederbedrijf Arubus is er echter geen probleem en kan Aruparking parkeergeld blijven innen in afwachting op de vergunning. Op Aruba is er veel weerstand tegen het betaald parkeren in de stad.
In het online handelsregister van de KvK staat Aruparking vermeld als ‘niet in het bezit van een vestigingsvergunning’. Volgens waarnemend voorzitter Sonja Velthuizen heeft de KvK nog geen aanvraag gezien.
Normaal gesproken gaat een aanvraag na oprichting bij de notaris eerst naar Directie Economische Zaken, die het vervolgens voor advies naar de Kamer van Koophandel stuurt. Pas wanneer de KvK de aanvraag beoordeelt en terugstuurt naar Economische Zaken, kan een vergunning worden uitgevaardigd waarna het bedrijf kan opereren, zegt Velthuizen.
Bepaalde uitzonderingen kunnen plaatsvinden als het bedrijf voor het grootste deel in handen is van een buitenlander, maar dat is bij Aruparking niet het geval. Volgens Velthuizen is moet Economische Zaken erop toezien dat een bedrijf, zolang er geen vestigingsvergunning is, ook niet aan economische activiteiten deelneemt. Mary Baarh, waarnemend directeur van Directie Economische Zaken wil geen commentaar geven.
‘Gedoogbeleid’
Marcel ‘t Mannetje is de jurist bij Directie Wetgeving die de Landsbesluiten heeft gemaakt voor Aruparking. Hij bevestigt dat gouverneur Fredis Refunjol de wetten heeft ondertekent en dat deze dus rechtsgeldig zijn. Dat er nog geen vestigingsvergunning is ziet hij niet zozeer als probleem, aangezien Directie Economische Zaken kennelijk een gedoogbeleid hanteert ten opzichte van bedrijven die geen vestigingsvergunning hebben.
“Er zijn genoeg andere bedrijven op Aruba die al jaren zonder vestigingsvergunning opereren.” Ook ‘t Mannetje zegt dat Directie Economische Zaken moet toezien op dit soort situaties. Hij zegt in de oprichtingsakte niet te zien dat een aanvraag voor vestigingsvergunning is gestuurd naar Directie Economische Zaken, wat normaal gesproken meteen wordt gedaan bij het oprichten van een bedrijf bij de notaris.
‘t Mannetje zegt dat de invoering van betaald parkeren wellicht te haastig ingevoerd is. “Er is geen vestigingsvergunning en op straat is te zien dat nog niet alle parkeerplekken zijn aangebracht.” Een nadeel van bedrijfsvoering zonder vestigingsvergunning is bijvoorbeeld dat het openen van een bankrekening voor het bedrijf moeilijk wordt, zegt hij.
Minister Otmar Oduber van Transport wil geen commentaar leveren en verwijst door naar Teo Croes, directeur van Arubus, het moederbedrijf van Aruparking. De inkomsten van Aruparking – volgens eerdere berichtgeving zo’n anderhalf miljoen florin per jaar volgens Croes – gaan direct naar Arubus om deze minder afhankelijk te maken van subsidie door de overheid.
‘In afwachting op vergunning’
De Arubus-directeur bevestigt dat Aruparking nog geen vestigingsvergunning heeft. Er is volgens hem geen sprake van onrechtmatig handelen door de parkeerbeheerder. “Volgens onze advocaat is een vestigingsvergunning een overeenkomst tussen het bedrijf en de regering en niet met de burger. Wij kunnen dus gewoon blijven opereren in afwachting op de vestigingsvergunning.”
Door Ariën Rasmijn