ARNHEM – Al te zwaar tilt sprinter Churandy Martina niet aan zijn blessure. Hij is meer uit voorzorg op sportcomplex Papendal, waar we hebben afgesproken. “Het is niks groots, maar ik wil gewoon dat alles goed zit”, meldt de goedlachse Martina.
De aanhechting van zijn hamstring is wat stijfjes. In de laatste anderhalve week heeft hij nog niet voluit gesprint, zegt hij. Martina: “Als iemand zegt dat hij zonder pijn loopt of sport, dan denk ik dat hij liegt. Ik heb niet zoveel pijn dat ik niet meer kan bewegen, maar de pijn is er altijd en gaat niet weg. Maar het moeten wel goede pijnen zijn!”
Pieter Hofmann in gesprek met Churandy Martina
Het sprintkanon is al geplaatst voor de Wereldkampioenschappen Atletiek in Beijing (augustus) en de Olympische spelen in Rio (volgend jaar), dus risico’s hoeft hij niet te nemen. “Als ik ga lopen en het gaat slecht, ben ik weer met blessurebehandelingen bezig. Dat kost me weer een week.”
Martina kende wel meer blessureleed in de afgelopen jaren. Van kwakkelen wil hij niet weten, op het WK wil hij zowel op de 100 als de 200 meter minimaal de finale halen. Veel meer dan 100 procent fit worden en blijven hoeft hij niet te doen, stelt de sprinter. “In principe heb je bijna alles al gedaan, vanaf de opbouw van vorig jaar al. Nu zijn het meer kleine dingen, zoals de start en de acceleratie daarna. En nog sterker finishen.”
Media
De laatste race tot nu toe finishte Martina als achtste op de 100 meter van de World Challenge in Madrid. Niet voor het eerst legden de Nederlandse media na afloop nadruk op zijn Curaçaose achtergrond en reserveert het de uitdrukking Nederlander voor wanneer hij aansprekende resultaten boekt. Stoort het hem? “Ik ben dezelfde Churandy Martina, in Curaçao geboren met een Nederlands paspoort.”
Martina: “Jij weet ook dat het niet eerlijk is. Maar ik kan niks eraan doen, die mensen blijven gewoon hetzelfde doen volgende keer. Als ik goed loop – finale, medaille en alles – ben ik weer Nederlander. Ik hou me niet aan negatieve dingen vast, ik heb er geen tijd voor.”
Olympische Spelen
Volgend jaar zijn in Rio de Janeiro de Olympische Spelen, voor Martina alweer voor de vierde keer. De sprinter is dan 32. “Justin Gatlin is twee jaar ouder dan ik en hij loopt sneller dan iedereen.” Ouderdom brengt ook ervaring met zich mee, vindt Martina. ”Je kent je lichaam beter, dus je weet wat je wel en niet moet doen. Je moet wel meer voor je lichaam zorgen, maar dat is normaal.”
Martina kijkt uit naar de Spelen. “Sowieso wil ik aan de start staan en dichtbij een perfecte race komen. Niemand gaat dat meteen halen. Al loop je een wereldrecord en je kijkt hem terug dan nog zie je dat je het hier en daar anders had kunnen doen. Ik wil er dichtbij komen en dan ben ik blij, het resultaat maakt dan niet uit.”
Door Pieter Hofmann