Zeilster Philipine van Aanholt – foto: Pieter Hofmann
AMSTERDAM – Zeilster Philipine van Aanholt (23) maakte in 2012 haar Olympisch debuut in Londen. Daarmee trad ze in de voetsporen van haar vader Cor, die in 2000 in Sydney meedeed namens de Antillen.
Van Aanholt kwam net kijken toen ze op de Spelen zeilde. “Toen ik me voor Londen plaatste, heb ik er heel veel voor moeten doen en eenmaal daar was ik praktisch uitgeput. Ik wist verder nauwelijks wat het inhield. Nu weet ik beter waar ik het voor doe én hoe ik het moet doen. Ik weet beter hoe ik mijn fysiek kan trainen, vroeger deed ik maar wat. Ik ben wat professioneler geworden.”
Pieter Hofmann in gesprek Philipine van Aanholt
Kiezen
In 2010 raakte Curaçao, waar Van Aanholt opgroeide, zijn Olympische licentie kwijt door het opheffen van de Nederlandse Antillen. In Londen deed ze daarom mee als onafhankelijk atleet, aansluitend moest ze kiezen of ze voortaan voor Nederland of voor Aruba uit wilde komen. Van Aanholt koos voor het laatste. “Ik heb geen moment getwijfeld. Ik ben opgegroeid op Curaçao, heb er alles geleerd en altijd heel erg genoten van de wedstrijden in het Caribisch gebied. Ik zou dan bijvoorbeeld niet meer aan de PanAm Games mee kunnen doen. Ik voel me ook meer Antilliaans en Arubaans dan Nederlands.”
“Nederland heeft meer zeilkennis. Ik zoek altijd alles – materiaal, training, eten – zelf uit, vooral met mijn ouders”, zegt Van Aanholt. “We hebben minder kennis, maar ik vind het leuk om veel zelf te kunnen bepalen. We hebben ook minder middelen. De fysiotherapeut kan bijvoorbeeld niet mee naar elk evenement.”
Regelzucht
Bij Oranje komen sporters in een gespreid bedje terecht. Daar kleven ook nadelen aan; trainings- en wedstrijdschema’s zijn gebaseerd op die van succesvolle Nederlandse zeilers, maar gaan eraan voorbij dat Van Aanholt de afgelopen jaren ook bedrijfskunde studeerde. Bij Oranje moet een sporter een minimum aantal dagen hebben getraind voor een wedstrijd, wat soms niet kan door een belangrijk tentamen. De Arubanen stellen zich soepeler op.
Na het afronden van haar studie lag de weg open om vol voor zeilen te gaan. Het leidde haar langs het WK, de PanAm Games en trainingskampen over het hele Amerikaanse continent. “Ik heb het afgelopen jaar een bizar leven geleid. Ik heb zoveel gereisd dat ik in totaal 38 dagen onderweg ben geweest.”
Philipine van Aanholt in actie op de PanAm Games in Toronto
Rio de Janeiro
Volgend jaar vinden de Olympische Spelen plaats in Rio de Janeiro. Over haar verwachting is ze niet al te uitgesproken. “Je kan niet zeggen: ik word 15e of 30e. Als er lichte wind staat, heb ik veel meer kans, want dan is het meer een tactisch spel en minder fysiek. Dus wat ik verwacht, is gewoon dat ik er sta en er klaar voor ben.”
“Voor mij zijn de Spelen geslaagd als ik het beste van mezelf heb kunnen laten zien. Maar vanuit het perspectief van Aruba gezien: nog nooit iemand voor Aruba zich gekwalificeerd zonder wildcard. Als we daar staan met een paar atleten die zich ‘echt’ hebben geplaatst, dan is dat al historie schrijven.”
Het is Van Aanholt gelukt om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen van volgende jaar in Rio de Janeiro. Op de PanAm Games in Toronto is ze vierde geworden, waarmee ze zich verzekerde van haar tweede Olympische deelname.
Door Pieter Hofmann