WILLEMSTAD – Ergens in een onopvallende straat in Willemstad, staat een onopvallend huis: Villa Emma. Ingomar en Kristy Martie van Senior Companions Curaçao wonen daar. Zij geven mantelzorg aan ouderen die zelfstandig wonen.
Een keer per week gaan zij niet naar de ouderen toe, maar komen de ouderen naar hen toe. Om er even uit te zijn en vermaakt te worden.
“Ouderen raken vaak in een isolement. Hun partner valt weg; de dokter keurt ze bij een rijbewijs verlenging af, waardoor ze niet meer mogen rijden. Sommigen dreigen naar een verzorgingstehuis te worden gebracht omdat de nieuwe rolstoel te breed is om naar de WC te gaan”, zegt Ingomar. “Deze mensen verdienen onze aandacht. Ik wil ze stimuleren om nog te genieten van het leven. Het is niet voorbij als je boven de tachtig bent. Ik zie dat dat mist op het eiland.”
Particulier initiatief
Ane Marten de Vries is gezondheidsadviseur. Hij is betrokken bij Villa Emma. “De wereld vergrijst en Curaçao ook. 51.000 mensen op het eiland zijn zestig jaar of ouder. Dat is een derde! Veel van deze ouderen hebben zorg nodig. Zorg die niet altijd door familie gegeven kan worden: de kinderen werken en hun baas wil hen niet in deeltijd laten werken. Bejaardentehuizen stromen vol, terwijl die mensen nog best zelfstandig kunnen wonen. De overheid heeft geen visie op deze ontwikkeling, waardoor particuliere initiatieven ontstaan en nodig zijn.”
Paul van der Loo en Paul Karsters zijn twee krasse knarren. Ze komen elke week. Van der Loo heeft een hardwerkende dochter, die hij alleen ‘s avonds ziet. Een rijbewijs heeft hij niet meer. Parkinson maakt dat onmogelijk.
Karsters is 90. Hij heeft zijn hele leven bij de Shell gewerkt. Hij loopt zijn elf jaar jongere en kwiekere vrouw voor de voeten, zegt hij. “Ik vind het hier geweldig. Mijn vrouw is druk, zo heeft zij ook even lucht. Ik zou wel vaker willen komen, als ze uitbreiden. Eén ding kan wel beter: er zouden hier meer mannen moeten zijn. Daar ga je toch gemakkelijker mee overweg. Bovendien, ik doe wel eens mee met handenarbeid, maar dat zijn toch wel vrouwendingetjes.”
Door Dick Drayer