Uitspraak vrouwenhandel zet bordeelhouders voor het blok
Bada Bing heeft een bordeelvergunning in strijd met het beleid van de overheid | foto: Today / Hilbert Haar

Bada Bing heeft een bordeelvergunning in strijd met het beleid van de overheid | foto: Today / Hilbert Haar

PHILIPSBURG – De uitspraken in het Bada Bing omkoopschandaal hebben de verhoudingen tussen de overheid, de wet en de bordeelhouders op scherp gezet. Want naast de veroordeling van voormalig parlementslid Patrick Illidge voor het aannemen van steekpenningen van Bada Bing eigenaar Jaap van den Heuvel, stond er nog een misdaad op de rol: vrouwenhandel.

Zowel Van den Heuvel als zijn manager Krijn van der Brug zijn hiervoor veroordeeld. Het werven van vrouwen in een ander land om in Sint Maarten in de prostitutie te komen werken wordt aangemerkt als vrouwenhandel – en dat is strafbaar, ook als vrouwen uit vrije wil zo’n baan aannemen. Alle bordelen in Sint Maarten werken echter met buitenlandse prostituees.

Dat rechtvaardigt de vraag aan hoofdofficier Ton Maan of de veroordeling van Van den Heuvel en Van der Brug aanleiding geeft om alle bordelen aan te pakken. “Wij vervolgen geen bordelen, wij vervolgen vrouwenhandel”, antwoordt Maan.

In 1964 werd het eerste bordeel op Sint Maarten geopend, de Seaman’s Club, die in de volksmond al snel de Japanse Club werd genoemd. Het bordeel werd geopend omdat een Japans bedrijf in de visverwerkende industrie op het eiland was neergestreken. Om lokale vrouwen en meisjes tegen de lusten van de Japanse werknemers te beschermen, werd de Seaman’s Club opgericht.

Gammel geschrift
Sint Maarten heeft een prostitutiebeleid, maar dat is een gammel geschrift van kennelijk beperkte waarde. Het stelt bijvoorbeeld dat bordelen aan de ene kant van de berg (rond Philipsburg) mogen opereren, terwijl clubs met exotische danseressen alleen aan de andere kant van de berg (in Simpson Bay en Maho) zijn toegestaan.

In dit verband is het opvallend dat Bada Bing – gevestigd in Simpson Bay, toch een bordeelvergunning heeft gekregen. De voormalige minister van Justitie Roland Duncan was (en is) direct betrokken in de prostitutie via zijn bedrijf Hypnotic Hotel and Entertainment als manager van de oude Seaman’s Club. Dat was tijdens zijn ministerschap (in 2013) reden voor nogal wat commotie. Dezer dagen is het hooguit een wat merkwaardige combinatie met zijn rol als civiel advocaat voor voornamelijk Chinese supermarkten.

In 2012 veroordeelde de rechtbank Angel Priest, destijds eigenaar van het Border Bar bordeel, tot 54 maanden gevangenisstraf voor vrouwenhandel en uitbuiting. Toen deze veroordeling onherroepelijk werd, had het voor de hand gelegen om Priest zijn vergunning te ontnemen – in lijn met het prostitutiebeleid dat stelt dat bordeelhouders geen strafblad mogen hebben. Maar de voormalige minister van Economische Zaken Ted Richardson wachtte net zo lang tot Priest zijn naam als directeur van het bedrijf uit de registratie bij de Kamer van Koophandel had verwijderd. Toen zei Richardson dat hij niets kon doen, omdat de veroordeling Priest betrof en niet het bedrijf.

Lokale vrouwen
De veroordeling van Van den Heuvel en Van der Brug heeft nieuwe energie gepompt in een vraag die rechter Maria Paulides in februari tijdens het proces stelde: “Waarom werven jullie geen lokale vrouwen?” Dat lijkt op dit moment de enige manier voor bordeelhouders om te ontkomen aan dreigende vervolging voor vrouwenhandel. Onder het huidige regime voelen bordeelhouders zich als de uitbater van een Amsterdamse coffeeshop. Prostitutie wordt gedoogd maar het werven van de meest noodzakelijke werkneemsters voor een bordeel – prostituees – is strafbaar, zoals de verkoop van softdrugs wordt gedoogd terwijl de leveranciers strafbaar zijn.

Het Openbaar Ministerie is ingenomen met de uitspraken in de Bada Bing-zaak. Persofficier Tineke Kamps zegt dat haar kantoor de uitspraken goed zal bestuderen, “om te kijken wat we er in andere zaken mee kunnen doen.”

Door Hilbert Haar