HILVERSUM – Taal, huidskleur en regio: als dat gemengd wordt, ontstaan er soms rare situaties voor de betrokkenen. “Ik werd door andere kinderen makamba (Nederlander) genoemd, al ben ik geboren en getogen op Curaçao, dus ik zie het als een taalkwestie”, zegt Karina Schill. Garrick Nassy, een Curaçaoënaar met Surinaamse wortels, werd vroeger ook voor makamba versleten: “Omdat Papiaments hoorbaar niet mijn moedertaal is. Degenen die perfect tweetalig zijn, werden meer als Curaçaoënaar gezien.”
Thuis op de Antillen spraken ze Nederlands waardoor andere eilandskinderen hen beschouwden als verkapte Hollanders. En in Nederland worden zij ook vreemd aangekeken om hun ‘verantilliaanst’ Nederlands.
Walter Bakhuis, een Papiamentstalige Curaçaoënaar en neerlandicus, bevestigt het beeld: “Nederlands is altijd een minderheidstaal geweest. Papiamentstaligen beschouwen Nederlandstalige Antillianen soms als aanstellers, na-apers van Nederlanders. Dat etiket is sterker als mensen niet bereid zijn Papiaments te spreken.”
‘Antilliaans Nederlands’
Veel Nederlandstalige Antillianen vertrokken na hun schooltijd naar Nederland. Daar bleek ‘hun’ Nederlands af te wijken van het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Bakhuis: “Een Nederlander hoort dan een buitenlander met een accent. Zij kennen alleen regionale accenten en Surinaams. Vaak kennen ze Antillianen die al langer in Nederland wonen. Die praten ook weer anders.”
Antilliaans Nederlands onderscheidt zich van ABN door het accent. Bakhuis voegt daaraan toe dat Antillianen ook Papiamentse woorden toevoegen, Papiamentse werkwoorden op zijn Nederlands vervoegen en typische klanken gebruiken. Dat leidt tot zinnen als: ‘Ai no’, ik heb ‘hopi’ veel foto’s ‘gesakeerd’ maar ze zijn ‘hodidu’!
Dergelijk ‘tropisch’ Nederlands is niet voor iedereen goed te volgen. Schill: “Op dat mixen worden we in Nederland raar aangekeken, ook als we merknamen als productnaam gebruiken zoals ‘keds’ voor sportschoenen bijvoorbeeld. Nu is mijn spraak erg opgeschoven naar het Europese Nederlands. Ik vind het jammer als mensen niet doorhebben dat ik niet Nederlands ben, want ik voel me wel Curaçaos.”
Accent
Vragen over iemands accent kunnen onbedoeld hard aankomen. Gytha Boerwinkel, jurist met Arubaanse roots: “Tijdens mijn studie moest ik pleiten, waarna de examinator vroeg of Nederlands mijn eerste taal was. Juristen zijn taalpuriteinen, maar ik ging door de grond. Ik hield me een tijd stil in de collegezaal.”
Hoewel van benedenwindse Antillianen verwacht wordt dat ze Papiaments spreken, worden blanke Antillianen niet direct als ‘echte’ Antillianen beschouwd. Lars Faay: “Deze week had ik twee Papiaments sprekende vrouwen in mijn winkel. Ze schrokken toen ik, blank, Papiaments terugpraatte. ‘Ik ben undercover’, grapte ik. Zij zijn geboren en getogen in Dordrecht en vinden zichzelf meer Curaçaos dan ik. Waar hebben we het over?”
Kleurschakering
Of ze nou Papiaments spreken of niet, blanke Curaçaoënaars worden dikwijls weggezet als Nederlanders. “Het is niet prettig om te horen ‘je bent geen Curaçaoënaar’, maar het is niet gek. Het aantal blanken is klein”, relativeert Bakhuis. “Een Chinees wordt in Nederland ook niet als Nederlander gezien, daar is men nóg strenger. Op Curaçao hebben we een bredere kleurschakering van wie we als Curaçaoënaar zien.”
Door Pieter Hofmann