Eddy Campbell van Ninsee met koning Willem-Alexander en koningin Máxima tijens slavernijherdenking vorig jaar - archieffoto: Jamila Baaziz

Eddy Campbell van NiNSee met koning Willem-Alexander en koningin Máxima tijdens slavernijherdenking vorig jaar – archieffoto: Jamila Baaziz

DEN HAAG – De overheid gaat door met het subsidiëren van de nationale slavernijherdenking. Dat zegt minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vandaag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer.

Eerder meldde Het Parool dat de overheid na 2016 zou stoppen met het bijdragen aan de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij. Kamerlid Jacques Monasch (PvdA): “Deze herdenking verdraagt geen koopmanschap.”

Bussemaker reageerde dat ze na haar aantreden tot en met 2016 geld beschikbaar heeft gesteld. De overheid betaalt jaarlijks 50.000 euro voor de herdenking op juli.

Verdeling subsidies
Diverse Kamerleden waren er niet helemaal gerust op. In 2017 worden de kunst- en cultuursubsidies opnieuw verdeeld. Bussemaker liet desgevraagd weten ‘zeer te hechten’ aan middelen voor de herdenking van het slavernijverleden.

Structureel herdenken
In mei komt ze met een Kamerbrief waarin Bussemaker uit de doeken doet op welke manier de overheid structureel vormgeeft aan de slavernijherdenking. Vera Bergkamp (D66) vindt de steeds terugkerende discussie ‘niet netjes’. Door een renovatie vindt dit jaar alleen de herdenking in het Oosterpark in Amsterdam plaats. Het aansluitende Keti Koti-festival wordt gehouden op het Museumplein.

Door Pieter Hofmann