WILLEMSTAD – De toeristische sector op Curaçao is geschrokken van de berichtgeving in Nederland over Chikungunya op het eiland.
Volgens Liza Dindial, voorzitter van Chata (Curaçao Hospitality and Tourism Association) is de term ‘Killermug’ die gebruikt werd in ‘De Telegraaf’ zeer schadelijk. Tientallen toeristen hebben hun reis geannuleerd en komen met de kerst niet naar Curaçao.
Dick Drayer spreekt met Izzy Gerstenbluth en Liza Dindial
Tijdens een persconferentie van de Curaçaose Toeristenbond en Chata werd de hoofdepidemioloog van de GGD, Izzy Gerstenbluth, gevraagd een nauwkeurigere toelichting te geven in de hoop de toeristen gerust te stellen. Hij had eerder cijfers naar buiten had gebracht die een eigen leven zijn gaan leiden. Dat klopte niet met de werkelijke omvang van chikungunya op het eiland.
75.000 mogelijke gevallen had hij wellicht beter niet kunnen zeggen. Die waren berekend via extrapolatie van steekproefcijfers bij huisartsen en waren eerder een aanduiding van een worst case scenario. “Maar mensen lezen dat heel anders”, zegt Gerstenbluth. “Ook het getal van 20.000 is geen hard cijfer, maar een schatting op basis van berekeningen. Bovendien gaat het om mensen die geteld zijn vanaf de start van de epidemie in juli. Veel van hen zijn nu gewoon beter en ondertussen immuun voor chikungunya.”
De Nederlandse toerist hoeft zich niet al te grote zorgen te maken. De epidemie is blijkbaar al op z’n retour. Dat is vooral het gevolg van bewustwording. “Iedereen kent wel iemand in zijn familie en omgeving die chikungunya heeft. Mensen smeren zich in, er wordt schoongemaakt in de buurt en gespoten”, zegt Gerstenbluth. De combinatie is mogelijk de oorzaak van het teruglopen van het aantal nieuwe ziektegevallen, denkt de epidemioloog. “Maar roep nog geen hallelujah, het zijn er nog steeds heel veel!”
Door Dick Drayer