De schietpartij bij Hato in juli dit jaar was een afrekening tussen de gangs No Limit Soldiers en Buena Vista City - foto: José de Bruin

De schietpartij bij Hato in juli dit jaar was een afrekening tussen de gangs No Limit Soldiers en Buena Vista City – foto: José de Bruin

WILLEMSTAD -“Het is geen vuurwerk, het klinkt net als het schieten in Israël op het jeugdjournaal.” Het zijn de woorden van een zeven jaar oude jongen die op 15 juli met zijn ouders op luchthaven Hato aankwam, opgehaald werd door zijn grootouders en midden in een schietpartij terechtkwam.

Met grootouders Nel en Pedro Casimiri liep hij op dat moment richting de parkeerplaats van de luchthaven. Voor een vakantie op het eiland. Het nieuws over de schietpartij verspreidde zich razendsnel. Maar officiële informatie over de situatie, de slachtoffers en de toedracht was er nauwelijks. Twee mensen kwamen om, zeven anderen raakten gewond.

Slachtofferhulp
Stichting Slachtofferhulp was na de schietpartij snel ter plaatse. Op verzoek van de politie, zo vertelt coördinatrice Peternella Papa. “We zijn de eerste organisatie die gebeld wordt als er een crisis is. We zorgen voor crisisopvang en stabilisatie van het slachtoffer en regelen ook contact met een psycholoog als dat nodig is. We waren niet alleen op het vliegveld, we werden ook ingeroepen bij het Sehos en daarna bij het debriefen van de werknemers van het vliegveld. Daar was grote behoefte aan, we hebben drie sessies gehad met de werknemers”, zegt Papa.

Nel en Pedro Casimiri beschrijven de situatie op Hato, precies vier maanden later, als chaotisch. “Rennende mensen, er lagen mensen op de grond, lieten bagage vallen, er werd gegild en geschreeuwd. Naar ons gevoel waren de politiewagens en ambulances heel snel ter plaatse. We wisten meteen dat het schoten waren. Niemand wist waar het vandaan kwam.”

Papa schat dat 54 tot 60 personen die de schietpartij meemaakten gebruik hebben gemaakt van Slachtofferhulp. “Zowel mensen die stonden te wachten als toeristen kwamen naar ons toe. We hebben nog steeds contact met verschillende mensen, ook nu de zaak voorkomt.”

Naweeën
Verschillende mensen lijden er volgens Papa nog steeds onder. Zo ook de kleinzoon van Pedro en Nel: “De naweeën van de schietpartij zijn vooral bij onze kleinzoon goed te merken. Ook nu ze terug zijn in Nederland. Hij is nog steeds heel bang voor het donker, wat hij voorheen niet was. Heeft problemen met slapen, en is heel alert op vreemde geluiden. Hij gaat nu met zijn moeder naar een psycholoog in Nederland.”

Beiden zijn niet te spreken over de wijze waarop de autoriteiten zijn omgesprongen met de situatie. “Er is naderhand geen enkel contact geweest met de reizigers op het vliegtuig dat net aankwam. Je verwacht een brief van de autoriteiten, een geruststellend gebaar, excuses of een officiële verklaring. Er stond alleen in de krant dat iedereen naar Slachtofferhulp mocht. Het is slordig, ze lopen weg voor hun verantwoordelijkheid.”

Ondertussen zijn vijf verdachten opgepakt. Met de rechtszaak komen weer veel emoties naar boven, geeft Papa aan. Ze vertelt dat slachtoffers bij de rechtszaak kunnen aansluiten als benadeelde partij. “Het kan ‘closure’ geven door erbij te zijn. Twee mensen hebben aangegeven dat graag te willen.”

Bloedvlek
Ook Nel en Pedro zijn blij met de arrestatie van de verdachten en hebben het meteen aan hun dochter in Nederland doorgegeven. Nog altijd zijn ze op hun hoede als ze op de luchthaven moeten komen. “Je kijkt om je heen en onbewust ook naar de plek waar ze binnen zijn gekomen en waar het is gebeurd. De bloedvlek heeft er nog lang gelegen.”

Door Michelle da Costa Gomez