De zeelui uit Oekraïne en een begeleider arriveren in de rechtzaal - foto: The Daily Herald / Althea Merkman

De zeelui uit Oekraïne en een begeleider arriveren in de rechtzaal – foto: The Daily Herald / Althea Merkman

ORANJESTAD – Twee zeelui uit Oekraïne, die in maart strandden in Statia na een ruzie met de kapitein van hun boot, mogen in ieder geval tot 7 oktober op het eiland blijven. Op die dag geeft het Gerecht in Eerste Aanleg haar oordeel over het verzoek om politiek asiel van Taras Vakarchuk en Vladimir Makarenko.

Volgens de advocaat van de twee Oekraïners, Cindy Marica, zijn haar cliënten waarachtige vluchtelingen die door Nederland beschermd dienen te worden.

Gevaar
Staatssecretaris Fred Teeven wees in eerste instantie het asielverzoek af. Hij vond – en vindt – dat de mannen veilig naar hun land kunnen terugkeren. De Oekraïners hebben een andere mening: zij spreken alleen Russisch en zouden in een gebied met Oekraïns sprekende landgenoten gevaar lopen, dan wel door Russische separatisten kunnen worden ingelijfd.

Financieel belang
Op dinsdag diende het bezwaar dat Marica voor haar cliënten tegen de negatieve beslissing van Teeven heeft ingediend op de rechtbank in Statia. Volgens Marica heeft Teeven alleen een financieel belang bij deportatie, omdat de opvang van de twee asielzoekers de staat ongeveer 1500 dollar per maand kost.

Laissez-passers
De advocaat voor de staat zei gisteren dat immigratie bezig is laissez-passers te verkrijgen om de mannen terug te laten reizen naar hun vaderland. Marica is het daar niet mee eens. “Ze lopen het gevaar vermoord te worden door boze Oekraïners omdat ze Russisch spreken.”

 
Vakarchuk en Makarenko strandden in Statia nadat de kapitein van hun boot vertrok van het eiland en hun paspoorten meenam.

Door Hilbert Haar