HILVERSUM- In het boek ‘Mijn broer, de neger’ beschrijft auteur Maria Aker de relatie tussen een Curaçaose man in Nederland die een relatie krijg met een Nederlandse vrouw.
Het boek vertelt niet alleen een tragisch liefdesverhaal, maar probeert tegelijkertijd inzicht te geven in de relatie tussen Curaçao en Nederland.
Maria Aker in gesprek met Fouad Sidali in Dichtbij Nederland
Aker heeft zelf een tijd op Bonaire en op Saba gewoond en heeft dit boek geschreven aan de hand van eigen ervaringen en observaties en van wat zij van anderen heeft gehoord. “Tachtig procent van wat in het boek staat is waargebeurd”, aldus Aker. Curaçaoenaars kent ze vooral uit Nederland.
Een van de dingen die Aker opvalt is de Babylonische spraakverwarring die soms ontstaat als ‘twee mensen vanuit een ander wereldbeeld met elkaar in contact zijn’. Dit levert volgens Aker een hoop nare opmerkingen over en weer over, maar ook ziet zij dat geprobeerd wordt om ‘elkaar lief te hebben en van elkaar te houden’.
Onwetendheid
Hoewel de relatie tussen Nederland en Curaçao en de andere Caribische eilanden al meer dan 400 jaar duurt, merkt Aker dat er –vooral in Nederland –weinig bekendheid en interesse is in de ander. “We zijn al 400 jaar familie van elkaar, maar mensen in Nederland zijn meestal helemaal niet geïnteresseerd in de grote verschillen tussen bijvoorbeeld een Curaçaoenaar en een Bonairiaan.” Dit maakt de relatie tussen beide gebieden soms moeizaam: “Ik zou het mooi vinden als die relatie tussen Curaçao en Nederland beter wordt. Als je meer weet, ga je er ook meer van houden.”
Haar boektitel verwijst naar de Antilliaanse klassieker ‘Mijn zuster de negerin’ van Cola Debrot, een verhaal over een blanke Antilliaan die terugkeert naar de Cariben en daar een relatie krijgt met een zwarte vrouw, die zijn halfzus blijkt te zijn.
Door Jamila Baaziz