Rechtbank beschuldigt OM van klassenjustitie in stemfraudezaak
UP-leider Theo Heyliger op campagne - foto UP

UP-leider Theo Heyliger op campagne – foto UP

PHILIPSBURG – De rechtbank in Sint Maarten heeft het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van vijf verdachten in de stemfraudezaak van september 2010.

 
Rechter Koen Luijks stelt dat het OM de schijn van klassenjustitie op zich heeft geladen door wel de verkopers van de stemmen te vervolgen, alsmede een vertegenwoordiger van de Verenigde Volkspartij (UP), maar af te zien van onderzoek naar de rol van deze partij en leider Theo Heyliger.

 
Onder de vijf verdachten is een politieambtenaar, die in juni is overleden. De overige vier verdachten waren in de rechtbank aanwezig bij de uitspraak.

 
Drie miljoen
Rechter Luijks stelt in zijn overwegingen dat het OM alle tijd heeft gehad om de rol van Heyliger en de UP te onderzoeken en dat er ook voldoende aanwijzingen waren om dit onderzoek te rechtvaardigen. Volgens informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid heeft Heyliger in 2010 drie miljoen dollar uit eigen middelen in de verkiezingskas van de UP gestort.

 
Onbegrijpelijk
“Er is geen enkele moeite gedaan deze rol te onderzoeken,” zo staat in de uitspraak. Het gerecht noemt het “onbegrijpelijk” dat Heyliger nooit door de Landsrecherche is verhoord en stelt dat de beslissingen van het OM in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur.

 
Schuldig
Het staat voor de rechtbank vast dat de verdachten zich aan stemfraude schuldig hebben gemaakt. “Niet-ontvankelijkheid biedt een betere garantie op het uitroeien van stemfraude in de toekomst. Hierdoor kunnen politieke partijen verzekerd van zijn dat het OM een strafrechtelijk onderzoek zal instellen als er toch stemmen worden gekocht”, zo luidt de uitspraak.

 
Door Hilbert Haar