DEN HAAG – Het bouwkundig inspectierapport van de panden van het Curaçaohuis in Den Haag bevat geen conclusie dat er sprake is van instortingsgevaar. Zowel de draagwanden als het fundament van het Curaçaohuis krijgen ‘redelijk’ als beoordeling.
Eerder meldde gevolmachtigd minister Marvelyne Wiels dat uit architectonisch onderzoek gebleken zou zijn dat er in de afgelopen twintig jaar géén tot weinig onderhoud aan de panden is gepleegd en er instortgevaar bestaat. Het betreffende rapport is maandag aangeboden aan de Staten.
Dit visuele inspectierapport, gemaakt door het eenmansadviesbureau Marrel Advies, is opgesteld door de heer ir. G. A. Martina en betreft niet de twee panden van het Curaçaohuis, maar slechts één pand: Badhuisweg 173. Een rapport over het kantoorpand op nummer 175, waar het publiek komt, is niet aan de Staten gestuurd.
Fundament
De kwalificatie ‘redelijk’ wordt in het rapport gegeven indien ‘het verouderingsproces van een element op gang is gekomen’. Ten aanzien van de fundering op staal adviseert het rapport om verder onderzoek te doen naar de gesteldheid van de fundering, omdat grondwerking mogelijk scheuring heeft veroorzaakt aan de draagwanden. Het inspectierapport stelt dat ook nader onderzoek moet worden gedaan naar die scheuren, omdat niet vastgesteld kan worden of die oppervlakkig zijn of door verzakking van de fundering zijn veroorzaakt.
Ophef
Het bericht over instortingsgevaar veroorzaakte eind april ophef vanwege de kosten die Marvelyne Wiels projecteerde om het instortingsgevaar te lijf te gaan. De verbouwing zou twee miljoen euro gaan kosten en de jaarhuur voor een tijdelijk nieuw onderkomen in een villa in de buurt moest 200.000 euro kosten, vermeerderd met twee maal verhuiskosten.
De drie voorgangers van Wiels, Roy Pieters, Sheldry Osepa en Marcel van der Plank lieten tijdens hun periode (juli 2009 tot juni 2013) ook inspectierapporten opmaken, waarbij de conclusie van direct gevaar door middel van instorting niet werd getrokken. Er werd onder ex-gevolmachtigd minister Sheldry Osepa en Roy Pieters een onderhoudsplan opgesteld, waarin jaarlijks 80.000 euro was gereserveerd om de problemen aan te pakken. Dat plan werd gestart in 2013 en uitgesmeerd over vijf jaar voor in totaal 400.000 euro.
Notitie
Bij de stukken die maandag in het parlement zijn gepresenteerd zat ook een vertrouwelijke notitie van de voormalige directeur van het Curaçaohuis, Melvin Statia, gedateerd op 4 april 2014. Daarin wordt een dramatischer beeld gegeven van de ambtswoning en de twee kantoorpanden van het Curaçaohuis. Maar niet duidelijk wordt op welke inspectierapporten dat beeld gebaseerd is. Het inspectierapport van Marrel Advies is opgemaakt op 22 april 2014 en dus nog niet uitgebracht. Melvin Statia was al een maand niet meer werkzaam voor het Curaçaohuis, toen hij die notitie schreef.
Door Dick Drayer