KRALENDIJK – Norman Evertsz is zeer vereerd met zijn Koninklijke onderscheiding als lid in de Orde van Oranje-Nassau. Maar voor hem had het niet gehoeven. Hij blijft bescheiden: “Je rechterhand hoeft niet te weten wat de linkerhand doet.”
Ter gelegenheid van de Koningsdag zijn op Bonaire Norman Evertsz, Ermin Pourier, Sylvio Semeleer en Marela Wanner-Pourier gedecoreerd als Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Belkis Osepa in gesprek met Norman Evertsz
Ondanks zijn bescheidenheid draagt Evertsz trots zijn lintje op zijn borst. Hij heeft zich onder andere ingezet voor de jeugd op Bonaire. Sinds 1984 tot nu toe draagt hij bij aan de werkzaamheden van de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg (FAJ).
De jeugd ligt hem na aan het hart. Evertsz betreurt dat de jeugd van tegenwoordig niet meer de strenge opvoeding van vroeger krijgt. “De jeugd heeft een groot gebrek aan discipline. De jeugd leert niet om de medemens te helpen. Dat komt door nalatigheid van de ouders en ook omdat het onderwijs veel te wensen overlaat.”
Motorclub
Hij gaat verder met zijn vrijwilligerswerk, terwijl hij ook geniet van één van zijn hobby’s, namelijk motorrijden. Ook zijn hobby is genoemd, waarbij hij als mede-oprichter van de motorclub Bonaire Bikers Motorcycle bijdraagt aan een hechtere band tussen Aruba, Bonaire en Curaçao.
Door Belkis Osepa