Leerlingen Statia zien geen heil in overstap naar Engels
Een commissie buigt zich over de instructietaal op school in Statia - foto: Anneke Polak

Leerlingen Statia worstelen met Nederlands, maar zien in Engels niet de oplossing – foto: Anneke Polak

ORANJESTAD – Op het schoolplein van de Gwendoline van Putten School wordt Engels gesproken. Statiaans Engels, welteverstaan. Toch zijn de lessen op de enige middelbare school van Sint Eustatius in het Nederlands. “Ik pak vaak mijn woordenboek erbij als ik het niet begrijp”, zegt een leerling.

 
Om het de leerlingen gemakkelijker te maken, en zo de niet al te beste schoolresultaten te verbeteren, wordt onderzocht of de lessen misschien in het Engels gehouden moeten worden. Een commissie buigt zich over die vraag en brengt daarover advies uit aan staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker.

Een reportage door Anneke Polak

 
Begin juni zal Dekker overleggen met gedeputeerde Reginald Zaandam van Sint Eustatius, waarna een definitief besluit zal vallen. Het kan dus zomaar zijn dat de middelbare scholieren van de Gwendoline van Putten School in de nabije toekomst ineens in het Engels les zullen volgen. Hoewel de meeste leerlingen moeite hebben met het Nederlands, zijn zij ook niet overwegend enthousiast over Engels als nieuwe instructietaal. “We zijn net zo ver gekomen met het Nederlands.”

 
Standpunten
De onderzoekscommissie hield onlangs een ouderavond over dit onderwerp. De opkomst viel tegen, maar de dertien moeders en twee vaders die aanwezig waren, spraken gepassioneerd over het onderwerp, vertelt Antillendeskundige Gert Oostindie die onderdeel uitmaakt van de commissie. “Er waren tegenovergestelde standpunten, maar de meeste mensen lijken Engels als instructietaal wel het meest voor de hand liggend te vinden. Al blijft een basisniveau van het Nederlands heel belangrijk, vinden de meeste ouders.”

 
De leerlingen lijken het in die zin eens met hun ouders. Al zouden sommigen zelfs liever in het Nederlands les blijven krijgen. “Engels kunnen we al, het Nederlands moeten we blijven oefenen.”

 
Door Anneke Polak