Rijksvertegenwoordiger Wilbert Stolte
KRALENDIJK – Rijksvertegenwoordiger Wilbert Stolte is niet van plan om vóór 1 mei af te treden, ondanks het feit dat hij in hoofdlijnen het kritische rapport over de falende Rijkscoördinatie in Caribisch Nederland erkent.
“Het rapport is kritisch over alle betrokkenen, ook over mij.” Dat is het antwoord van Stolte op de vraag of hij vindt dat de kritiek op zijn functioneren terecht is.
Stolte is kort met zijn antwoorden op gestelde vragen en de bestaande knelpunten om het werk in Caribisch Nederland goed te kunnen doen.
Het rapport van de Inspectie Signalering Begeleiding (ISB) is afgelopen vrijdag naar de Tweede Kamer gestuurd. De Kamer heeft van minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties te horen gekregen dat het kabinet uiterlijk 1 mei reageert. Plasterk wacht op de rapportage van een bestuurlijke commissie, die deze maand nog concrete aanbevelingen doet over de invulling van de Rijkscoördinatie.
Vooruit lopen
Stolte zegt de kritische punten in het rapport ‘in grote lijnen te herkennen’. “Die punten zijn in mijn verschillende rapportages over de Rijkscoördinatie en de positie van de Rijksvertegenwoordiger gemeld.” Hij zegt niet voor uit te willen lopen op het standpunt van het kabinet.
Het ISB-rapport adviseert Plasterk zo spoedig mogelijk een tijdelijke Rijksvertegenwoordiger te benoemen. Stolte: “Ik zal op 1 mei terugtreden. De conclusie dat het rapport zou adviseren om eerder dan deze datum te vertrekken, is niet juist. Het advies is voor een snelle benoeming voor de per 1 mei 2014 ontstane vacature.”
Door Belkis Osepa